3 Menubewerkingen en configuraties
In stap 2 kunt u ook aan het instelwiel <6> draaien.
U kunt ook naar het menuscherm gaan door in stap 3 op [OK] te tikken.
Bij stap 2 tot 8 kunt u ook op het LCD-scherm tikken om de handeling uit
te voeren (pag. 65).
De beschrijving van de menufuncties hierna gaat ervan uit dat het
menuscherm wordt weergegeven.
Druk op de knop <M> om de bewerking ongedaan te maken.
Zie pagina 402 voor informatie over elk menu-item.
62
6
Selecteer de instelling.
Druk op de pijltjestoetsen
<W> en <X> of <Y> en <Z> om
de gewenste instelling te selecteren.
(Sommige instellingen worden
geselecteerd met de toetsen
<W> en <X> en andere met de
toetsen <Y> en <Z>.)
De huidige instelling wordt blauw
weergegeven.
7
Stel de optie in.
Druk op <0> om de instelling vast
te leggen.
Als u de instelling wijzigt van
standaard, wordt dit in blauw
aangegeven (alleen beschikbaar voor
de menuopties op het tabblad [z]).
8
Verlaat de instelling.
Druk twee keer op de knop <M>
om het menu af te sluiten en naar de
opnamemodus terug te keren.