3 Menufunctie-instellingen
Aandachtspunten wanneer [Servo AF voor movies] is ingesteld op
[Inschakelen]
Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden scherpgesteld
• Een snel bewegend onderwerp dat de camera nadert of van de
camera af beweegt.
• Een onderwerp dat zich op korte afstand van de camera beweegt.
• Raadpleeg ook 'Opnameomstandigheden waarin moeilijk kan worden
scherpgesteld' op pagina 221.
Aangezien de lens is constant wordt bekrachtigd en accustroom wordt
verbruikt, wordt de mogelijke movie-opnametijd (pag. 246) ingekort.
Bij bepaalde lenzen kan het geluid van de scherpstellende lens in de
movie hoorbaar zijn. In dit geval kan het gebruik van de stereo-
richtmicrofoon DM-E1 (afzonderlijk verkrijgbaar) dit soort geluiden in de
movie verminderen. Ook zal door het gebruik van bepaalde USM-lenzen
(bijvoorbeeld de EF-S18-135mm f/3.5-5.6 IS USM) of bepaalde STM-
lenzen (bijvoorbeeld de EF-S18-55mm f/4-5.6 IS STM) het mechanische
geluid van de lens dat wordt opgenomen, worden verminderd.
Servo AF voor movies wordt gepauzeerd tijdens zoomen of vergrote
weergave.
Als een onderwerp tijdens een movie-opname de camera nadert of van
de camera af beweegt, of als u de camera horizontaal of verticaal
beweegt ('pannen'), kan het de vastgelegde movie kortstondig uitrekken
of krimpen (de beeldvergroting verandert).
Als u de scherpstelmodusknop op de lens tijdens Servo AF voor movies
op <MF> wilt zetten, moet u de aan-uitschakelaar tijdens Movie Servo
AF eerst instellen op <1>.
AF-methode
De AF-methoden werken hetzelfde als beschreven op pagina
214 t/m 223. U kunt [u+volgen], [Soepel zone] of [Live één punt
AF] selecteren.
MeettimerN
U kunt wijzigen hoe lang de belichtingsinstelling wordt weergegeven
(duur van de AE-vergrendeling).
274