Wijzig nadat de camera is scherpgesteld de afstand tussen u en de
camera niet totdat de opname is gemaakt.
Laat de camera niet vallen.
Flitsopname is niet mogelijk. Probeer cameratrilling te voorkomen
wanneer u bij weinig licht fotografeert.
De zelfportretmodus wordt geannuleerd wanneer u de
cameraschakelaar instelt op <2> of een van de volgende handelingen
uitvoert:
• Tikken op [g] op het scherm.
• Het LCD-scherm terugdraaien naar de oorspronkelijke positie.
• Drukken op de knop <A>.
Bij gebruik van de ontspanknop:
Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen en druk de
ontspanknop volledig in om de
opname te maken.
g Zelfportret maken (selfie)
227