3
Opnamen van een geotag voorzien
Met de GPS-ontvanger GP-E2 (afzonderlijk verkrijgbaar) of een Bluetooth-
compatibele smartphone, kunt u locatie-informatie aan opnamen toevoegen.
Bij gebruik van GP-E2
Aandachtspunten bij het gebruik van GP-E2
Controleer eerst in welke landen en regio's het gebruik van GPS is
toegestaan en neem de wettelijke beperkingen in acht.
Werk de firmware van de GP-E2 bij naar versie 2.0.0 of hoger. Bij het
bijwerken van de firmware hebt u de interfacekabel (afzonderlijk
verkrijgbaar, pag. 401) nodig. Raadpleeg de website van Canon voor
meer informatie over het bijwerken van de firmware van GP-E2.
De GP-E2 kan niet worden aangesloten op de camera met de kabel die
is meegeleverd met de GP-E2.
Het digitale kompas kan niet worden gebruikt met deze camera.
(De opnamerichting wordt niet geregistreerd.)
282
1
Bevestig de GP-E2 op de camera.
Bevestig de GP-E2 op de flitsschoen
van de camera (pag. 28) en schakel in.
Raadpleeg de instructiehandleiding van
de GP-E2 voor meer informatie.
2
Selecteer [Instellingen GPS-systeem].
Selecteer op het tabblad [52]
[Instellingen GPS-systeem].
3
Selecteer [GPS-ontvanger].
Selecteer [GPS-ontvanger] in
[GPS-systeem selecteren].
4
Maak de opname.
De locatie-informatie die is opgehaald
met de GP-E2 wordt toegevoegd aan
de opnamen.
Raadpleeg de instructiehandleiding
van de GP-E2 voor meer informatie
over [Instellen].