A Een beeldstijl vastleggenN
U kunt een basisbeeldstijl selecteren, zoals [Portret] of [Landschap],
de parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens
vastleggen onder [Gebruiker 1], [Gebruiker 2] of [Gebruiker 3]. Dit is
handig wanneer u vooraf meerdere beeldstijlen met verschillende
instellingen wilt definiëren.
U kunt hier ook de parameters aanpassen van een beeldstijl die met
EOS Utility (EOS-software, pag. 444) op de camera is vastgelegd.
1
Selecteer [Beeldstijl].
Selecteer op het tabblad [z4] de
optie [Beeldstijl] en druk vervolgens
op <0>.
Het keuzescherm voor beeldstijlen
wordt weergegeven.
2
Selecteer [Gebruiker *]
weergegeven.
Selecteer [Gebruiker *] en druk op
de knop <B>.
3
Druk op <0>.
Als [Beeldstijl] is geselecteerd, drukt
u op <0>.
4
Selecteer de basisbeeldstijl.
Selecteer de basisbeeldstijl en druk
vervolgens op <0>.
Als u de parameters wilt aanpassen
van een beeldstijl die met EOS Utility
(EOS-software) op de camera is
vastgelegd, selecteert u hier de
beeldstijl.
141