De camera is zeer compleet met functies voor alle soorten opnamen, van volautomatische opnamen tot zeer creatief werk. U kunt gebruik maken van alle Canon EF- en EF-S-lenzen en snel beginnen met fotograferen, wanneer en hoe u maar wilt. Tevens kunnen opnamen direct vanaf de camera worden afgedrukt.
¢ Adobe Photoshop Elements Disk (cd-rom) ¢ Beknopte gebruikershandleiding Beknopte handleiding voor het gebruik van de camera. ¢ Instructiehandleiding voor de EOS 300D DIGITAL (het document dat u nu leest) ¢ De software installeren Geeft uitleg over het installeren van de software en de functies ervan ¢...
Inhoudsopgave Inleiding Volautomatische opnamen .. 37 YVolautomatische opnamen .. 38 Controlelijst uitrusting ....3 Tips en waarschuwingen voor Voorgeprogrammeerde het gebruik ....... 8 opnamemodi ......40 Namen van onderdelen ..10 Opnamen bekijken ..42 MENU Symbolen en afspraken die in deze Opnamen bekijken .....
Pagina 5
Inhoudsopgave Selectie van de opnamestand .. 65 Een afbeelding roteren .. 92 MENU TAE-programma ....66 Aansluiten op een tv ....93 R AE-sluiterprioriteit .... 68 Wispreventie ....94 MENU E AE-diafragmaprioriteit ..70 9Een afbeelding wissen ..95 Preview scherptediepte ..71 De CF-kaart formatteren ..
Veiligheidsmaatregelen Voorkom letsel, dodelijke ongevallen of schade aan materiaal door deze veiligheidsmaatregelen op te volgen en de apparatuur op de juiste manier te gebruiken. Voorkomen van ernstig letsel en dodelijke ongevallen • Voorkom brand, oververhitting, lekkage van chemische stoffen en explosies door onderstaande veiligheidsmaatregelen op te volgen: - Gebruik geen batterijen, voedingsbronnen of accessoires die niet in deze handleiding worden genoemd.
Pagina 7
• Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de apparatuur schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk voor de gezondheid. Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd.
De camera is niet waterdicht en mag niet worden gebruikt in natte omstandigheden of onder water. Breng de camera direct naar uw Canon-dealer als deze nat is geworden. Wrijf de camera droog met een schone doek als er kleine waterspatten op de camera terecht zijn gekomen.
Pagina 9
Bewaar uw CF-kaarten altijd in een houder of kast ter bescherming van de opgeslagen gegevens. • Met CF-kaarten van een ander merk dan Canon kunt u mogelijk geen opnamen opslaan en afspelen. Gebruik in dat geval een CF-kaart van Canon. •...
Namen van onderdelen Programmakeuzewiel Het programmakeuzewiel is ingedeeld in twee functiezones. 1 1 1 1 1 Basisgebruik 2 2 2 2 2 Creatief gebruik • U hoeft alleen maar de Hiermee kunt u een hele ontspanknop in te drukken. reeks instellingen uitvoeren. Y: Volautomatisch (p.38) : AE-programma (p.66) U kunt volautomatisch...
Pagina 15
Namen van onderdelen Batterijoplader CB-5L Dit is een batterijoplader (p.18). Batterijcompartiment Netsnoer Rode lamp Netsnoeraansluiting AC-adapterset ACK-E2 (optioneel) Verzorgt de stroomtoevoer van de wandcontactdoos naar de camera (p.22). AC-adapter AC-E2 Gelijkstroomkoppelingszijde Netsnoerzijde Gelijkstroomaansluitbus Netsnoeraansluiting Stekker gelijkstroomkoppeling Snoer Netsnoer gelijkstroomkoppeling Gelijkstroomkoppeling DR-400...
Voordat u begint Dit hoofdstuk legt een aantal voorafgaande stappen en de basisbediening van de camera uit. De riem bevestigen Haal het einde van de riem van onderaf door de draagriemhouder. Haal deze daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie.
Opladen van de batterij Sluit het netsnoer aan. • Sluit het netsnoer aan op de oplader. • Sluit het netsnoer aan op de wandcontactdoos. Verwijder het deksel. • Plaats het deksel terug als u de batterij uit de camera verwijdert, om kortsluiting te voorkomen.
Pagina 19
Opladen van de batterij • Laad uitsluitend batterijen op van het type BP-511 of BP-512. • Als de batterij langere tijd in de camera zit zonder dat de camera wordt gebruikt, kan een lage elektrische stroom zich ontladen en de levensduur van de batterij verkorten.
Plaatsen en verwijderen van de batterij De batterij plaatsen Plaats een volledig opgeladen BP-511-batterij in de camera. Open het deksel van het batterijcompartiment. • Schuif de knop in de richting van de pijl in de afbeelding en open het deksel. Plaats de batterij in de camera.
Pagina 21
Ongeveer 450 Ongeveer 350 • De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op de standaardtestcondities van Canon (met volledig opgeladen batterij, EF-S18-55mm f/3.5-5.6-lens, opname bekijken [AAN], kijktijd van [2 sec.], en opnamekwaliteit van [Groot a]). • Het aantal opnamen kan in sommige gevallen minder zijn dan is aangegeven, afhankelijk van de opname-omstandigheden.
Het gebruik van een netvoeding Met de wisselstroomadapterset ACK-E2 (optioneel) kunt u de camera aansluiten op een gewone wandcontactdoos en hoeft u niet bang te zijn dat de batterij leegraakt. Sluit de gelijkstroomkoppeling aan. • Plaats de stekker van de gelijkstroomkoppeling in de aansluitbus van de wisselstroomadapter.
Bevestigen en verwijderen van een lens Een lens bevestigen Verwijder de doppen. • Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting van de pijl. Plaats de lens. EF-S-lensbevestigingsmarkering • Plaats de EF-S-lens op de camera precies boven de lensbevestigingsmarkering en draai de lens in de richting van de pijl totdat de...
Plaats de CF-kaart. Bovenkant • Het gebruik van CF-kaarten van Canon wordt aanbevolen. • Als u de CF-kaart verkeerd plaatst, kan de camera worden beschadigd. De bovenkant van de kaart moet naar u zijn gericht, terwijl de rand met de...
Installeren en verwijderen van de CF-kaart De CF-kaart verwijderen Open het deksel. • Zet de aan-/uitschakelaar op <2>. • Controleer of het bericht “ ” niet op het LCD-paneel verschijnt. • Zorg dat de lees-/schrijfindicator uit staat, en open het deksel. Lees-/schrijfindicator Verwijder de CF-kaart.
Basisgebruik Aan-/uitschakelaar De camera is alleen in werking nadat de aan-/uitschakelaar is ingesteld op <1>. <1> : Stel de camera hierop in als u deze wilt gebruiken. <2> : De camera werkt niet. Stel de camera hierop in als u deze niet gebruikt.
Basisgebruik • Camerabewegingen tijdens het belichtingsmoment wordt camera shake genoemd. Dit kan onscherpe opnamen tot gevolg hebben. Om dit te voorkomen: · Houdt u de camera stevig vast. · Gebruikt u het topje van uw vinger om de ontspanknop te bedienen, houdt u de camera met uw gehele rechterhand vast, en drukt u daarna zachtjes de ontspanknop in.
Menugebruik Via de schermmenu's kunt u diverse instellingen bepalen zoals de opnamekwaliteit, datum en tijd, etc. Terwijl u op het LCD-scherm kijkt drukt u op de knop <m>, de knop <5>, de pijltoetsen <å> <µ>, en de knop <p> om naar de volgende stap te gaan. <l>...
Pagina 29
Menugebruik Instelprocedure Het menu weergeven. • Druk op de knop <m> om het menu weer te geven. Om het menu weer af te sluiten, drukt u nogmaals op de knop. Selecteer een tabblad. • Druk op de knop <5> om een tabblad te selecteren.
Menugebruik Menu-instellingen <∆> (Instellingen 1) <˙ > (Opnamen maken) Kwaliteit Groot Uitschakelen 1 min. Groot 2 min. Middel a 4 min. Middel a 8 min. 15 min. Klein 30 min. Klein Rode ogen aan/uit Uit Beeldomkeren verhogingen in stappen LCD-helderheid 5 niveaus van 1/3 ±2 stappen Datum/tijd...
Menugebruik LCD-scherm Via het kleuren-LCD-scherm aan de achterkant van de camera kunt u de opnamen bekijken en selecteren en de diverse menu-instellingen selecteren. • U kunt het LCD-scherm niet als zoeker gebruiken om opnamen te maken. • De helderheid van het LCD-scherm kan worden aangepast met de menuoptie [LCD Helderheid] (∆).
Datum en tijd instellen Stel de datum en de tijd in zoals hierna beschreven. Selecteer [Datum/Tijd] • Selecteer het tabblad [∆]. • Druk op de <å>-knoppen om [Datum/Tijd] te selecteren, en druk daarna op <p>. Het scherm Stel Datum en Tijd in verschijnt.
Batterij voor datum/tijd vervangen De datum/tijd-batterij onderhoudt de datum en tijd van de camera. De levensduur van de batterij is ongeveer 5 jaar. Als de datum/tijd-batterij bijna leeg is, verschijnt “ ” op het LCD-scherm. Vervang de batterij door een nieuwe CR2016-lithiumbatterij zoals hierna beschreven. De datum/tijd-instelling wordt ook gereset, zodat u de correcte datum/tijd moet instellen.
Om dit te voorkomen moet de hierna beschreven procedure voor de reiniging van de beeldsensor worden opgevolgd. Denkt u eraan dat de beeldsensor zeer gevoelig is. Indien mogelijk moet u de beeldsensor laten reinigen door een Canon Service Center. De camera moet zijn ingeschakeld als u de beeldsensor reinigt. Gebruik de AC- adapterset ACK-E2 (optionele accessoire, zie pagina 126) of een batterij.
Pagina 35
Reinigen van de beeldsensor (CMOS) Reinig de beeldsensor. • Gebruik een blaasbuisje om stof, etc. op het oppervlak van de beeldsensor voorzichtig te verwijderen. De reiniging beëindigen. • Zet de aan-/uitschakelaar op < 2>. De camera wordt uitgeschakeld en de sluiter gaat dicht.
Dioptrische aanpassing Door de diopter aan te passen aan uw gezichtsvermogen (met of zonder bril), zal het zoekerbeeld scherper zijn. Het aanpasbare diopterbereik van de camera loopt van –3 tot +1 dpt. Draai aan de diopterknop. • Draai de knop naar links of rechts zodat de AF-punten in de zoeker scherp zijn.
Volautomatische opnamen In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u de Basisgebruik-modi < Y> <U> <I> <O> <P> <A> <S> kunt gebruiken voor het snel en eenvoudig maken van opnamen. Het enige wat u hoeft te doen, is richten en fotograferen. Om fouten door onjuist gebruik van de camera te voorkomen, werken de knoppen <6>...
YVolautomatische opnamen U hoeft alleen maar te richten en de ontspanknop in te drukken. Alles gaat automatisch en u kunt elk onderwerp dus eenvoudig vastleggen. De camera beschikt over zeven AF-punten waarop kan worden scherpgesteld. Zo wordt fotograferen wel heel eenvoudig. Draai het programmakeuzewiel op <Y>.
• Wanneer een EOS-camera wordt gebruikt met een EF-lens van een ander merk dan Canon is het mogelijk dat de camera of de lens niet goed functioneert. • Wanneer de scherpstelling is bereikt, worden de autofocus- en de belichtingsinstelling vergrendeld.
Voorgeprogrammeerde opnamestanden Selecteer een opnamestand die bij het onderwerp past en de camera wordt automatisch ingesteld voor het beste resultaat. Raadpleeg de “Tabel met functiemogelijkheden” (p.120) voor de beschikbare functies in de Basisgebruik-modi. Portret Met deze opnamestand wordt de achtergrond onscherp, zodat het onderwerp duidelijk uitkomt.
Voorgeprogrammeerde opnamestanden Sport Gebruik deze opnamestand wanneer u bij snelbewegende onderwerpen de actie wilt vastleggen. • Eerst volgt de camera het onderwerp met het middelste AF-punt. Focustracering volgt het onderwerp vervolgens met de zeven AF-punten. Wanneer het onderwerp is scherpgesteld, hoort u een zachte pieptoon.
Opnamen bekijken Opnamen bekijken De gemaakte opname kan direct op het LCD-scherm worden weergegeven. U kunt een van de volgende drie opties instellen: [Aan] om de afbeelding weer te geven, [Aan (Info)] om zowel de afbeelding als informatie weer te geven en [Uit] om de afbeelding niet weer te geven. Selecteer [Bekijken].
Opnamen bekijken Kijktijd wijzigen U kunt de kijktijd instellen op [2 sec.], [4 sec.], [8 sec.] of [Vastzetten]. Bij deze laatste optie blijft de opname op het LCD-scherm staan. Selecteer [Kijktijd]. • Selecteer het tabblad <]>. • Ga met de knoppen <å> naar [Kijktijd] en druk vervolgens op <p>.
q Bediening van de zelfontspanner U kunt de zelfontspanner gebruiken in alle Basisgebruik- of Creatief gebruik-modi. Bij het gebruik van de zelfontspanner raden wij het gebruik van een statief aan. ´ > Druk op de knop <H ∫ • • ´>.
K Draadloze afstandsbediening Met de optionele afstandsbediening RC-1 en RC-5 kunt u opnamen maken terwijl u maximaal 5 meter voor de camera staat. ´ > Druk op de knop <H ∫ • • ´>. Op het Druk op de knop <H •...
Het gebruik van de oculairdop Tijdens het gebruik van de zelfontspanner of van de afstandsbediening bedekt uw oog het oculair van de zoeker niet, en kan er verspreid licht in de zoeker doordringen, wat een nadelige invloed heeft op de belichting op het moment van de opname.
Opname-instellingen Dit hoofdstuk legt de instellingen uit voor het maken van digitale opnames: opnamekwaliteit, ISO-waarde, witbalans, bewerkingsparameters, bestandnummering en afbeeldingsrotatie. Voor de Basisgebruik-modi worden in dit hoofdstuk alleen opnamekwaliteit (behalve <h>), bestandnummering, afbeeldingsrotatie en het controleren van camera-instellingen besproken.
Opnamekwaliteit Voor de instellingen van de opnamekwaliteit anders dan <h> wordt de gangbare JPEG-indeling gebruikt. Opnamen die worden vastgelegd in de formaat <h> moeten later worden bewerkt op een pc. U kunt op het LCD-paneel zien welke instellingen u hebt geselecteerd. Wanneer u bijvoorbeeld [Groot a] hebt geselecteerd, wordt op het LCD-paneel <da>...
Pagina 49
128 MB. • De grootte van het afbeeldingsbestand en de maximale capaciteit van de CF-kaart zijn gebaseerd op de testnormen van Canon (ISO 100 en de instelling [Parameter 1]). De afbeeldingsbestandsgrootte en de maximale capaciteit van de CF-kaart variëren afhankelijk van het onderwerp, de opnamemodus, de ISO-waarde en de bewerkingsparameters.
D ISO-waarde instellen De ISO-waarde is een numerieke indicatie van de lichtgevoeligheid. Een hogere ISO-waarde betekent een grotere lichtgevoeligheid. Een hoge ISO- waarde is daarom geschikt voor bewegende onderwerpen of voor het fotograferen bij slechte lichtomstandigheden. De opname bevat wel meer ruis waardoor deze er grover en korreliger uit kan zien.
6 Witbalans selecteren Bij de instelling <Z> zal doorgaans automatisch de optimale witbalans worden ingesteld. Als u met de instelling <Z> geen natuurlijke kleuren krijgt, kunt u de witbalans handmatig instellen op de lichtomstandigheden van dat moment. Bij de Basisgebruik-modi wordt automatisch de instelling <Z>...
Aangepaste witbalans Bij de aangepaste witbalans fotografeert u een wit object dat gebruikt wordt als de standaard voor de witbalans. Wanneer u deze opname selecteert, worden de desbetreffende witbalansgegevens geïmporteerd voor de witbalansinstelling. Fotografeer een wit object. • Het effen witte object moet het midden van de zoeker geheel vullen.
Handmatige witbalans / Automatische reeksopnamen op basis van de witbalans Selecteer [,]. • Druk op de knop <6> (∂). (∫) • Draai aan het instelwiel < l> om <,> te selecteren. De handmatige witbalans wordt ingesteld. Automatische reeksopnamen op basis van de witbalans Het is mogelijk drie opnamen met een verschillende kleurtoon in één keer op te nemen.
Pagina 54
Automatische reeksopnamen op basis van de witbalans Maak de opname. De volgorde van de reeksopnamen begint met de standaardkleurtemperatuur gevolgd door een blauwachtige kleur (verminderde compensatie) en roodachtige kleur (vergrote compensatie). Het maken van reeksopnamen op basis van de witbalans is niet mogelijk wanneer de opnamekwaliteit is ingesteld op <...
De bewerkingsparameter selecteren De vastgelegde afbeelding kan worden bewerkt om deze levendiger te maken of juist te verzachten. U kunt de bewerkingsparameters instellen op de voorgeprogrammeerde opties Parameter 1, Parameter 2 en Adobe RGB. Maar u kunt ook zelf parameterinstellingen definiëren onder Set 1, 2 of 3.
Bewerkingsparameters instellen De door u gemaakt opname kan automatisch door de camera worden bewerkt overeenkomstig de geselecteerde parameterinstellingen (telkens vijf instellingen voor [Contrast], [Scherpte], [Verzadiging] en [Kleurtoon]). U kunt maximaal drie sets bewerkingsparameters instellen en opslaan. Parameter Plus Contrast Laag contrast Hoog contrast Scherpte Minder scherpe contouren...
Pagina 57
Bewerkingsparameters instellen Selecteer de parameter. • Ga met de knoppen <å> naar de gewenste parameter en druk vervolgens op <p>. Stel de parameter in. • Stel de parameter in met de knoppen <µ> en druk vervolgens op <p>. Ga terug naar het menu [Parameters].
Bestandnummering De opnamen die u maakt, krijgen automatisch een nummer toegewezen van 0001 tot 9999 en worden opgeslagen in een automatisch aangemaakte map die maximaal 100 opnamen kan bevatten. De bestandnummers zijn vergelijkbaar met de beeldnummers van filmbeelden. De automatische bestandnummeringmethode kan worden ingesteld op [Continu] of [Auto reset].
Afbeeldingsrotatie instellen Verticale opnamen kunnen automatisch worden geroteerd zodat ze tijdens het afspelen rechtop worden weergegeven. De afbeeldingsrotatiefunctie werkt alleen als de instelling [Beeldomkeren] tijdens het maken van de verticale opnamen op [Aan] stond. De opnamen worden dus niet geroteerd als [Beeldomkeren] tijdens het maken van de verticale opnamen op [Uit] stond.
INFO. Camera-instellingen controleren Wanneer de camera gereed is voor opname, drukt u op de knop <4> om de huidige camera-instellingen op het LCD-scherm te bekijken. De camera-instellingen weergeven. • Druk op de knop <4>. De huidige camera-instellingen verschijnen op het LCD-scherm. •...
Geavanceerd gebruik Met de Creatief gebruik-modi kunt u de sluitertijd of diafragmawaarde instellen om de gewenste belichting te krijgen. U hebt de controle over de camera. • Preview van de scherptediepte, belichtingscompensatie, AEB, AE-vergrendeling, gloeilamp- en witbalansreeksopnamen zijn alleen mogelijk in Creatief gebruik-modi.
3Een AF-punt selecteren Het AF-punt wordt gebruikt om scherp te stellen. Het AF-punt kan automatisch door de camera worden geselecteerd of handmatig door u. In de Basisgebruik-modi en in de modus <Q> is alleen automatisch AF-puntselectie mogelijk. In de modi <T>, <R>, <E>, en <W>...
3 Een AF-punt selecteren Automatische AF-puntselectie Handmatige AF-puntselectie Focusvergrendeling Nadat u hebt scherpgesteld, kunt u de focus vergrendelen op een onderwerp en de opname opnieuw samenstellen. Deze techniek noemt men “focusvergrendeling”. Stel de camera in op een Creatief gebruik-modus. • Stel een willekeurige Creatief gebruik-modus in behalve <Q>.
Als autofocus niet werkt (handmatige focus) Met autofocus lukt het niet altijd om het onderwerp scherp te stellen (het focusbevestigingslampje <n> knippert) wanneer het onderwerpen uit de volgende categorie betreft: (a) Onderwerpen met weinig contrast (strakblauwe lucht, muren met een effen kleur, enz.). (b) Onderwerpen in slecht licht.
Selectie van de opnamestand De opnamestand kan worden ingesteld op enkel of continu (2,5 opnamen per sec.). ´ >. Druk op de knop <H ∫ • De knop wisselt tussen de twee opnamestanden. • De opnamestand continu kan worden geselecteerd in de Creatief gebruik-modi. J : Enkel H: Continu ´...
TProgramma AE Evenals de modus <Y> (volautomatisch), betreft het hier een algemene modus voor het maken van foto’s. De camera stelt automatisch de sluitertijd en de diafragmawaarde in die het beste passen bij de helderheid van de opname. Dit heet Programma AE. T betekent Programma AE betekent Auto Exposure (automatische belichting) Stel het programmakeuzewiel in...
Pagina 67
TProgramma AE • Wanneer “ ” en de maximumdiafragmawaarde knipperen, is er sprake van onderbelichting. Verhoog de ISO-waarde of gebruik de flitser. • Wanneer “ ” en de minimumdiafragmawaarde knipperen, is er sprake van onderbelichting. Verlaag ISO-waarde of gebruik een ND-filter om de hoeveelheid licht te verminderen die de lens binnenkomt.
RAE-sluiterprioriteit In deze modus stelt u de sluitertijd in en stelt de camera automatisch de diafragmawaarde in die past bij de helderheid van het onderwerp. Dit heet AE-sluiterprioriteit. Met een snelle sluitertijd kan de beweging van een snelbewegend onderwerp worden opgenomen en met een langzame sluitertijd kan het onderwerp onscherp worden weergegeven om de indruk van beweging te geven.
Pagina 69
R AE-sluiterprioriteit • Wanneer de maximumdiafragmawaarde knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel <l> om een langzamere sluitertijd in te stellen totdat het knipperen stopt. Of verhoog de ISO-waarde. • Wanneer de minimumdiafragmawaarde knippert, is er sprake van overbelichting. Draai aan het instelwiel <l>...
E AE-diafragmaprioriteit In deze modus stelt u het gewenste diafragma in en stelt de camera automatisch de sluitertijd in die past bij de helderheid van het onderwerp. Hoe groter of helderder het diafragma (lager f/getal), hoe onscherper de achtergrond wordt. Dit effect is ideaal voor portretten. Hoe kleiner of donkerder het diafragma (hoger f/getal), hoe duidelijker de focus is voor objecten, dichtbij en veraf (grotere scherptediepte).
E AE-diafragmaprioriteit/preview scherptediepte • Wanneer de “ ”-sluitertijd knippert, is er sprake van onderbelichting. Draai aan het instelwiel <l> om een groter diafragma (lager f/getal) in te stellen, totdat het knipperen stopt. Of verhoog de ISO- waarde. • Wanneer de “ ”-sluitertijd knippert, is er sprake van overbelichting.
f Handmatige belichting In deze modus stelt u zowel de sluitertijd als het diafragma in. Raadpleeg de indicator voor het belichtingsniveau in de zoeker of gebruik de handmatige belichtingsmeter om de belichting te bepalen. Deze methode wordt handmatige belichting genoemd. f betekent handmatig.
Pagina 73
f Handmatige belichting Bepaal de belichting. • Stelt de het belichtingsniveau, de sluitertijd en het diafragma in. Maak de opname. Als het teken belichtingsniveau <v> knippert op het niveau <z> of <b>, dan geeft dit aan dat er een verschil bestaat met het standaardbelichtingsniveau van +/–2 stappen.
Q Automatische AE-scherptediepte Met deze modus verkrijgt u automatisch een bredere scherptediepte tussen een onderwerp dat zich dichtbij bevindt en een onderwerp dat zich verderaf bevindt. Deze modus is handig voor groepsfoto’s en landschappen. De camera gebruikt de zeven AF-punten om de dichtstbijzijnde en verst verwijderde onderwerpen scherp te stellen.
Belichtingscompensatie instellen Belichtingscompensatie wordt gebruikt om de standaardbelichtingsinstelling van de camera te wijzigen. U kunt het beeld lichter (vergrote belichting) of donkerder (verminderde belichting) laten lijken. De belichtingscompensatie kan worden ingesteld op + / – 2 stappen in verhogingen van 1/3. Draai het programmakeuzewiel naar een willekeurige Creatief gebruik-modus, behalve <f>.
Reeksopnamen met automatische belichting Bij reeksopnamen met automatische belichting (AEB) wijzigt de camera het belichtingsniveau automatisch met + / – 2 stappen in verhogingen van 1/2 voor drie opeenvolgende opnamen. Standaardbelichting Verminderde belichting Vergrote belichting Selecteer [AEB]. • Selecteer het tabblad <˙>. •...
Reeksopnamen met automatische belichting Flits- noch gloeilampbelichting kunnen worden gebruikt in de AEB-modus. • Als de opnamestand is ingesteld op continu, dan zullen de drie reeksopnamen achterelkaar worden genomen, waarna de opname stopt. Als de opnamestand staat ingesteld op enkele opname, moet u de ontspanknop driemaal indrukken.
jAE-vergrendeling Met AE-vergrendeling kunt u de belichting op een andere plaats vergrendelen dan het focuspunt. Nadat u de belichting hebt vergrendeld, kunt u de opname opnieuw samenstellen terwijl u het gewenste belichtingsniveau handhaaft. Deze functie is handig voor onderwerpen met tegenlicht of onder een spotje. In de Creatief gebruik-modi wordt automatisch deelmeting gebruikt voor AE-vergendeling.
Opnamen bij gloeilampverlichting Wanneer de gloeilampverlichting is ingesteld, is de sluiter geopend gedurende de tijd dat u de ontspanknop geheel houdt ingedrukt. Gloeilampverlichting is handig wanneer een lange belichting nodig is voor het opnemen van nachtelijke scènes, vuurwerk, de nachthemel, etc. Stel het programmakeuzewiel in op <W>.
Het gebruik van de ingebouwde flitser Het gebruik van de ingebouwde flitser in Basisgebruik In de Basisgebruik-modi (behalve <I> <P> <S>) komt de ingebouwde flitser automatisch te voorschijn en flitst onder slechte lichtomstandigheden en bij tegenlicht. Het gebruik van de ingebouwde flitser in Creatief gebruik Bij een Creatief gebruik-modus drukt u op de knop <M >...
Het gebruik van de ingebouwde flitser Bereik van de ingebouwde flitser (bij EF-S18-55mm f/3,5-5,6 lens) ISO-waarde Groothoek: 18 mm Zoomlens: 55 mm Ongeveer 0,7-3,7 m Ongeveer 0,7-2,3 m Ongeveer 0,7-5,3 m Ongeveer 0,7-3,3 m Ongeveer 0,7-7,4 m Ongeveer 0,7-4,6 m Ongeveer 0,7-10,5 m Ongeveer 0,7-6,6 m 1600...
Het gebruik van de ingebouwde flitser Het gebruik van de rode ogen-reductie Als er wordt geflitst in een omgeving met weinig licht, kunnen de ogen van het onderwerp op de foto rood verschijnen. “Rode ogen” komen voor als het licht van de flitser reflecteert op het netvlies van de ogen. De rode ogen-reductiefunctie van de camera zorgt ervoor dat de rode ogen-reductielamp kort licht uitzendt waardoor de pupildiameters of irissen van de persoon zich vernauwen.
Het gebruik van de ingebouwde flitser jFlitsbelichtingsvergendeling Flitsbelichtingsvergendeling (FE lock) zorgt voor een correcte flitsbelichting en vergrendelt deze waarde voor ieder deel van een onderwerp. Deze functie werkt in Creatief gebruik-modi. Controleer of het pictogram <M> aanwezig is. • Druk op de knop <M > om de ingebouwde flitser te voorschijn te laten komen.
Lichtmeetmodi De camera heeft drie lichtmeetmodi: evaluatieve lichtmeting, deelmeting en gemiddelde meting met nadruk op met midden. Evaluatieve meting Dit is de standaardmeetmethode van de camera die zelfs geschikt is voor onderwerpen met tegenlicht. Nadat de positie van het onderwerp, de helderheid, de achtergrond, de condities van de voorgrond- en tegenlicht, de camerastand (horizontaal of verticaal), enzovoort zijn vastgesteld, stelt de...
Opnameweergave In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe afbeeldingen kunnen worden bekeken en gewist en hoe de camera op een tv kan worden aangesloten. Afbeeldingen die niet met deze camera zijn gemaakt: De camera is misschien niet in staat om afbeeldingen correct weer te geven die met een andere camera zijn gemaakt of die zijn bewerkt met behulp van een pc of waarvan de bestandsnaam is gewijzigd op een pc.
Opnameweergave Elke willekeurige afbeelding kan worden geselecteerd voor weergave. U kunt een enkele afbeelding, de opname-informatie, een index of een vergroting weergeven. ] Enkele afbeelding De afbeelding weergeven. • Druk op de knop <] >. De laatst gemaakte afbeelding wordt weergegeven op het LCD-scherm.
Opnameweergave Opname-informatie Bestandnr. Histogram Afbeelding Lichtmeetmodus Waarde flitsbelichtingscompensatie Opnamestand Diafragmawaarde ISO-waarde Sluitertijd WB-BKT Opgeslagen afbeeldingen/ Opnametijd Totaalaantal opgeslagen opnamen Witbalans Opnamekwaliteit Audionotitie Wispreventie (de camera kan geen geluid opnemen.) Waarde belichtingscompensatie Opnamedatum Histogram Voorbeeldhistogram Een histogram is een grafische weergave die de helderheid van de afbeelding aangeeft.
Opnameweergave ˆ Indexweergave Er worden negen miniatuurafbeeldingen op het scherm weergegeven. Stel de camera in op de weergavemodus. • Druk op de knop <] >. De laatst gemaakte afbeelding wordt weergegeven op het LCD-scherm. De index weergeven. • Druk op de knop <8 >. De geselecteerde miniatuur wordt gemarkeerd met een groene rand.
Opnameweergave 7/ø Vergrote weergave De geselecteerde afbeelding kan 1,5 tot 10 maal worden vergroot op het LCD-scherm. Geef de afbeelding weer die u wilt vergroten. • Geef de afbeelding alleen of met opname-informatie weer. Vergroot de afbeelding. • Druk op de knop <7 >. Het midden van de afbeelding wordt vergroot.
Opnameweergave Opnamesprong Tijdens de weergave van enkele afbeeldingen, afbeeldingen met opname-informatie, indexen of vergrote afbeeldingen kunt u (vooruit of achteruit) naar een andere afbeelding springen. Stel de camera in voor opnameweergave. • Geef een enkele afbeelding, een afbeelding met opname-informatie, een index of een vergrote afbeelding weer.
Opnameweergave Automatische opnameweergave (automatisch afspelen) Met deze functie worden alle op de CF-kaart opgeslagen afbeeldingen automatisch na elkaar weergegeven. Iedere afbeelding is ongeveer 3 seconden in beeld. Selecteer [Autom. afspelen]. • Selecteer het tabblad <]>. • Ga met de knoppen <å> naar [Autom.
Opnameweergave Een afbeelding roteren Met de roteerfunctie kan een afbeelding 90° of 270° rechtsom worden geroteerd. Hiermee kunt u afbeeldingen in de correcte stand weergeven. Selecteer [Roteren]. • Selecteer het tabblad <]>. • Ga met de knoppen <å> naar [Roteren] en druk vervolgens op <p>.
Aansluiten op een tv Wanneer u de camera met de (meegeleverde) videokabel aansluit op een tv kunt u de opgenomen afbeeldingen op de tv bekijken. Schakel de camera en de tv altijd uit voordat u de camera aansluit of loskoppelt. Zorg ervoor dat de camera staat ingesteld op het videosysteem (NTSC of PAL) dat overeenkomt met het systeem van uw tv.
Wispreventie U kunt de afbeeldingen beveiligen tegen het per ongeluk wissen. Selecteer [Beveilig]. • Selecteer het tabblad <]>. • Ga met de knoppen <å> naar [Beveilig] en druk vervolgens op <p>. Het scherm voor het instellen van de beveiliging verschijnt. Stel de wispreventie in.
9 Een afbeelding wissen U kunt afbeeldingen één voor één wissen, maar u kunt ook alle afbeeldingen op een CF-kaart tegelijk wissen. Beveiligde afbeeldingen kunnen niet worden gewist. Als een afbeelding eenmaal is gewist, kan dit niet meer ongedaan worden gemaakt. Wees dus voorzichtig met het wissen van afbeeldingen.
9 Een afbeelding wissen Alle afbeeldingen wissen Stel de camera in voor opnameweergave. • Druk op de knop <]>. Geef het wismenu weer. • Druk op de knop < 9>. Het wismenu verschijnt onder in het scherm. Selecteer [Alle...]. • Ga met de knoppen <µ>...
• Een CF-kaart die niet van Canon afkomstig is of met een andere camera of pc is geformatteerd, werkt mogelijk niet met deze camera. Formatteer in zo’n geval de CF-kaart eerst met de camera. Dan werkt hij misschien wel.
Pagina 98
De CF-kaart formatteren De foutmelding “ ” Als er “ ” (CF-fout) op het LCD-paneel wordt weergegeven, duidt dit op een probleem met de CF-kaart waardoor de afbeeldinggegevens niet kunnen worden opgenomen of gelezen. Gebruik een andere CF-kaart. Indien u beschikt over een CF-kaartlezer die de CF-kaart kan lezen, kunt u deze gebruiken om de afbeeldingen van de kaart over te zetten naar een pc.
Rechtstreeks afdrukken vanaf de camera Door de camera met een speciale kabel te verbinden met een (optionele) Canon-printer die compatibel is met rechtstreeks afdrukken, kunt u eenvoudig afbeeldingen direct vanaf de camera afdrukken. Met de camera kunt u alles doen wat nodig is om...
De camera op de printer aansluiten Zet de aan-/uitschakelaar op <2>. Installeer de printer. • Raadpleeg de handleiding van de printer voor meer informatie. Sluit de camera op de printer aan. • Raadpleeg de instructiehandleiding bij de printer voor informatie over de kabel die u moet gebruiken en de manier waarop u deze moet aansluiten.
Pagina 101
Rechtstreeks afdrukken Zet de aan-/uitschakelaar van de camera op <1 > en druk vervolgens op de knop <] >. De afbeelding wordt weergegeven en linksboven in beeld verschijnt het pictogram <å> of <ß>. Geeft aan dat een BJ-printer Geeft aan dat een fotokaartprinter is aangesloten.
Afdrukken Bij rechtstreeks afdrukken kunt u de afdrukstijl (randen aan/uit, datum aan/uit, en dergelijke), de afdrukkwaliteit en het afdrukgebied instellen. U kunt alle afdrukhandelingen met de camera verrichten. Opnamen in het formaat h kunnen niet rechtstreeks vanaf de camera worden afgedrukt. Pictogram aangesloten printer Selecteer de opname die moet worden afgedrukt.
Pagina 103
Afdrukken Selecteer [Stijl]. • Geef de gewenste instellingen op voor [Randen], [Datum] en het papierformaat van de BJ-printer. • Zie voor de instellingsprocedure “Afdrukstijl instellen” op de volgende pagina. Druk de opname af. • Ga met de knoppen <å> naar [PRINT] en druk vervolgens op <p >.
Pagina 104
Afdrukken Afdrukstijl instellen Selecteer [Stijl]. • Ga met de knoppen <å> naar [Stijl] en druk vervolgens op <p>. Het menu [Stijl] verschijnt. Selecteer de optie [Stijl]. • Ga met de knoppen <å> naar de optie en druk vervolgens op <p>. De beschikbare instellingen worden weergegeven.
Pagina 105
Afdrukken [Papier] [Beeld] (BJ-printer) (Fotokaartprinter) [Randen] [Datum] Selecteer de gewenste instelling. • Ga met de knoppen <å> naar de gewenste instelling en druk vervolgens op <p>. De geselecteerde instelling wordt ingeschakeld. • Als u klaar bent, drukt u op <m> om terug te keren naar het scherm met afdrukinstellingen.
Afdrukken Hoeveelheid instellen Stel het aantal exemplaren in. • Ga met de knoppen <å> naar [kopieën]. • Ga met de knoppen <µ> naar het gewenste aantal exemplaren. • U kunt een getal instellen van 1 tot 99. Het afstellen instellen U kunt de afbeelding bijsnijden (afstellen) en alleen het afgesneden gedeelte afdrukken.
Pagina 107
Afdrukken Het afstelframe roteren Druk op de knop <4> om het afstelframe te roteren. Met deze knop schakelt u tussen de verticale en horizontale stand van de afbeelding. U kunt een horizontale afbeelding bijvoorbeeld als verticale afbeelding afdrukken. • De gebruikershandleiding verdwijnt wanneer u een afbeelding afstelt.
Afdrukken Het afdrukken annuleren Druk op <p> wanneer [Stop] op het LCD-scherm wordt weergegeven. Het afdrukken wordt geannuleerd. Als een bevestiging wordt gevraagd, gaat u met de knoppen <µ> naar [OK] en drukt u vervolgens op <p>. Het afdrukken annuleren Met een fotokaartprinter: Wanneer slechts één afbeelding wordt afgedrukt, kunt u het afdrukken niet annuleren.
DPOF: Digital Print Order Format Met DPOF (digitaal printvolgordeformaat) kunt u aangeven welke en hoeveel opnamen van de CF-kaart moeten worden afgedrukt. Deze functie is heel handig voor het maken van afdrukken met een DPOF-compatibele printer of afdruklab. DPOF DPOF (digitaal printvolgordeformaat) is een standaard voor digitale camera’s die wordt gebruikt om opnameselecties, afdrukhoeveelheden en andere afdrukinstellingen op te slaan op een CF-kaart of een ander opslagmedium.
Printopties Eerst stelt u de afdrukopties in en selecteert u de afbeeldingen die moeten worden afgedrukt. U kunt bij de afdrukopties aangeven of u een indexafdruk wilt maken (meerdere miniatuurafbeeldingen op één afdruk), en of u de datum en het nummer van de afbeelding wilt afdrukken. De ingestelde afdrukopties gelden voor alle geselecteerde afbeeldingen.
Pagina 111
Printopties Selecteer de instellingsoptie. • Ga met de knoppen <å> naar de gewenste optie en druk vervolgens op <p>. Het instellingenscherm verschijnt. [Afdruktype] [Datum] [Bestandnr.] Selecteer de gewenste instelling. • Ga met de knoppen <å> naar de gewenste instelling en druk vervolgens op <p>.
Pagina 112
Printopties • Het is mogelijk dat de datum en het bestandnummer niet worden afgedrukt terwijl [Datum] en [File No.] wel zijn ingesteld op [Aan]. Dit is afhankelijk van de instelling van het afdruktype en van het printertype. (Zie onderstaande tabel.) Afdruktype Datum File no.
Printopties Afzonderlijke afbeeldingen selecteren Wanneer het afdruktype is ingesteld op [Standaard] of [Beide] kunt u het aantal exemplaren instellen voor elke afdruk op standaardformaat. Als de optie [Index] is ingesteld, kunt u bij elke afbeelding kiezen of u deze al dan niet in de index wilt opnemen. Selecteer [Opdracht].
Pagina 114
Printopties Selecteer de afdrukinstellingen. • De instellingen zijn afhankelijk van het [Afdruktype]. Zie voor meer informatie “Afdrukopties” op pagina 110. Indicaties als [Standaard] en [Beide] zijn ingesteld. Stel met de knoppen <å> het gewenste aantal exemplaren in. U kunt een getal selecteren van 1 tot 99.
Printopties Alle afbeeldingen selecteren U kunt alle afbeeldingen op de CF-kaart selecteren (behalve h- afbeeldingen) voor afdrukken of de selectie [Alle] annuleren. Bij standaardafdrukken wordt elke afbeelding slechts eenmaal afgedrukt. Selecteer [Alle]. • Ga met de knoppen <µ> naar [Alle] en druk vervolgens op <...
Rechtstreeks afdrukken met DPOF Met een (optionele) printer die compatibel is met rechtstreeks afdrukken, kunt u afdrukken in overeenstemming met de DPOF-instellingen. Sluit de camera op de printer aan. (p.100) Selecteer [Printopties]. • Selecteer het tabblad <]>. • Ga met de knoppen <å> naar [Printopties] en druk vervolgens op <p>.
Pagina 117
Rechtstreeks afdrukken met DPOF Instellingen afdrukopties Start het afdrukken. • Controleer de afdrukopties die linksboven worden weergegeven. • Ga met de knoppen <å> naar [OK] en druk vervolgens op <p>. Het afdrukken begint. • Wanneer het afdrukken is voltooid, gaat het scherm terug naar stap Bij de instelling [Randen] wordt bij sommige printers de datum op de rand afgedrukt.
Rechtstreeks afdrukken met DPOF Het afdrukken annuleren Druk op <p> wanneer [Stop] op het LCD-scherm wordt weergegeven. Het afdrukken wordt geannuleerd. Als een bevestiging wordt gevraagd, gaat u met de knoppen <µ> naar [OK] en drukt u vervolgens op <p>. Het afdrukken annuleren Met een fotokaartprinter: Wanneer slechts één afbeelding wordt afgedrukt, kunt u het afdrukken...
Referentie Met behulp van dit hoofdstuk leert u de camera beter kennen. U vindt er informatie over basisopnameconcepten, cameraspecificaties, systeemaccessoires en overige informatie.
Tabel met functiemogelijkheden AF-modi en opnamestanden AI Focus AF Opnamestand ONE SHOT AF AI Servo AF Met autofocus wordt Schakelt Een opname kan alleen het bewegende automatisch gemaakt worden wanneer onderwerp gevolgd tussen ONE focus is bereikt. Wanneer en wordt de SHOT AF en focus wordt bereikt, wordt belichting ingesteld...
Handleiding Problemen oplossen Raadpleeg eerst de Handleiding Problemen oplossen wanneer een probleem optreedt. Stroombron “De batterij kan niet worden opgeladen.” • U gebruikt de verkeerde batterij. Gebruik batterij BP-511 of BP-512. • De batterij is niet correct aangesloten op de oplader. Sluit de batterij goed aan op de oplader.
] is, zie dan pagina 98. Als het [ ] is, zie dan pagina 125. • U gebruikt een CF-kaart van een ander merk dan Canon. Het gebruik van CF-kaarten van Canon wordt aanbevolen. (p.2, 127) “Het bericht “ ” verschijnt op het LCD-paneel.”...
Handleiding Problemen oplossen Opnamen bekijken “De opname kan niet worden verwijderd.” • De opname is beveiligd. Annuleer de beveiliging eerst. (p.94) “De datum en de tijd zijn onjuist.” • De juiste datum en tijd zijn nog niet ingesteld. Stel de juiste datum en tijd in. (p.32) “Er verschijnt geen opname op het tv-scherm.”...
Wanneer dezelfde fout vaker optreedt, is er waarschijnlijk iets mis met de camera. Schrijf de “xx”-foutcode op en breng de camera naar het dichtstbijzijnde Canon Service Center. Wanneer een fout optreedt tijdens het maken van een opname, is de opname waarschijnlijk niet gemaakt. Druk op de knop < ]> om te kijken of de opname op het LCD-scherm verschijnt.
Belangrijkste accessoires (optioneel) Batterij BP-511 Krachtige, oplaadbare, lithium-ion batterij. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, kunnen ongeveer 400 opnamen worden gemaakt (bij 20˚C/ 68°F met 50% gebruik van de flitser). AC-adapterset ACK-E2 Stroombronset (AC-adapter, gelijkstroomkoppeling, voedingskabel) voor de voeding van de camera met een gewone wandcontactdoos.
U kunt de remote switch gebruiken om de ontspanknop half of helemaal in te drukken. Tevens is de remote switch voorzien van een ontspanknopvergrendeling. CF-kaart Opslagapparaat waarin de gemaakte opnamen worden opgeslagen. CF-kaarten van Canon worden aanbevolen.
Systeemoverzicht Oculairverlengstuk EP-EX15 ST-E2 220EX 420EX 550EX Macro Ring Lite Macro Twin Lite Rubberframe Ef MR-14EX MT-24EX Dioptrische aanpassingslenzen Standaardaccessoires E-serie Oculairdop Ef Nekdraagriem Hoekzoeker C EW-100DBII CR2016 Batterij Semi-harde lithiumbatterij BP-511 cameratas EH-16L voor datum/tijd Batterijgreep Batterijoplader EF-S-lens BG-E1 CB-5L Afstandsbediening AC-adapterset...
Pagina 129
Systeemoverzicht CF-kaart Kaartlezer PC-kaartadapter • EOS DIGITAL Solution Disk PC-kaartsleuf • Adobe Photoshop Elements Disk Computer Windows XP USB-poort (Home Edition / Professional) Windows 2000 Professional Interfacekabel IFC-300PCU Windows ME Windows 98 Second Edition Mac OS 9.0-9.2 Mac OS X PictBridge-compatibele printer Videokabel VC-100...
Opslagmedium: Type I en II CF-kaart Beeldgrootte: 22,7 mm x 15,1 mm Compatibele lenzen: Canon EF-lenzen (inclusief de EF-S-lens) (de brandpuntafstand die gelijk is aan 35 mm is ongeveer 1,6 keer de aangegeven brandpuntafstand.) Lensbevestiging: EF-bevestiging van Canon •...
Specificaties • Zoeker Type: Pentamirror, oogniveau Dekking: 95% verticaal en horizontaal met betrekking tot de effectieve pixels Vergroting: 0,8x (–1 diopter met een lens van 50 mm bij oneindig) Oogpunt: 21 mm Bereik dioptrische aanpassing: –3,0 - +1,0 diopter Focusscherm: Vast, mat scherm Spiegel: Snel terugklappende, half doorlatende spiegel...
Pagina 132
Specificaties ISO-waarde: Basisgebruik-modi: Automatisch Creatief gebruik-modi: Gelijkwaardig aan ISO 100, 200, 400, 800, 1600 Belichtingscompensatie: AEB: +/–2 stappen in verhogingen 1/3 Handmatig: +/–2 stappen met verhogingen van 1/2 of 1/3 (kan worden gecombineerd met AEB) AE-vergrendeling: Automatisch: Wordt toegepast wanneer focus wordt bereikt met de One Shot AF modus met evaluatieve meting.
Pagina 133
Specificaties • Weergeven Beeldformaatweergave: Enkel beeld, enkel beeld (Info), vergrote weergave (ongeveer 1,5x - 10x), beeldindex voor 9 beelden, inzoomen, automatisch afspelen, afbeeldingsrotatie en sprong Waarschuwing door markering: In de modi enkele opname en enkele opname (Info) knipperen eventuele overbelichte gebieden zonder beeldinformatie.
Pagina 134
Kap: EW-60C Maximumdiameter x lengte: 69 x 66,2 mm Gewicht: 190 g Tas: LP814 • Alle bovenstaande specificaties zijn gebaseerd op de testnormen van Canon. • De specificaties en het uiterlijk van de camera kunnen zonder voorafgaande waarschuwing worden gewijzigd.
Pagina 135
merk is een merk met CE-markering van de Europese Gemeenschap (EC). Bij dit produkt zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggoolen maar inleveren als KCA...