g: De ISO-snelheid instellen voor foto'sN
Stel de ISO-snelheid (de lichtgevoeligheid van de beeldsensor) in op de waarde die voor het
omgevingslicht gewenst is. In de basismodi wordt de ISO-snelheid automatisch ingesteld.
Raadpleeg pagina 236 en 239 voor meer informatie over de
ISO-snelheid tijdens movie-opnamen.
Richtlijnen voor de ISO-snelheid
ISO-snelheid
ISO 100 - ISO 400
ISO 400 - ISO 1600
ISO 1600 - ISO 25600, H Donker, binnen of 's avonds
* Bij hoge ISO-snelheden kunnen opnamen er korreliger uitzien.
U kunt dit ook instellen met [z2: zISO-snelheid].
Als bij [54: Persoonlijke voorkeuze(C.Fn)] de optie [2: ISO vergroten]
is ingesteld op [1:Aan], kan 'H' (gelijk aan ISO 51200) ook worden
geselecteerd (pag. 366).
132
1
Druk op de knop <g>
2
Stel de ISO-snelheid in.
Druk op de pijltjestoetsen <Y> en <Z>
of draai aan het instelwiel <6> om de
gewenste ISO-snelheid in te stellen en
druk vervolgens op <0> terwijl u in de
zoeker of op het LCD-scherm kijkt.
De ISO-snelheid is instelbaar op een
waarde tussen ISO 100 en ISO 25600.
Als u [AUTO] selecteert, wordt de ISO-
snelheid automatisch ingesteld (pag. 133).
Indien ingesteld op [z2: zISO
speed] (links weergegeven), kunt u
op de knop <B> drukken om de
ISO-snelheid op [AUTO] te zetten.
Opnamesituatie
(Geen flits)
Zonnig, buiten
Bewolkt of 's avonds
(9).
Flitsbereik
Hoe hoger de ISO-
snelheid, des te groter
het effectieve flitsbereik
(pag. 182).