BEDIENING
Druk de teenhendel naar beneden om naar een lagere versnelling
te schakelen. Til de teenhendel omhoog om naar een hogere
versnelling te schakelen. Laat de koppelingshendel na elke
versnellingsschakeling los.
Schakelen naar neutraal is het gemakkelijkst wanneer de
motorfiets langzaam rijdt. Om van de eerste versnelling naar
neutraal te schakelen, tilt u de teenhendel voorzichtig een halve
slag op.
80
De versnelling staat in neutraal als u de motorfiets vrij naar voren
of naar achteren kunt bewegen zonder de koppeling te
ontkoppelen. Als het contact op AAN staat, gaat de
neutraal-indicator branden als de versnelling in neutraal staat.
V V E E R R S S N N E E L L L L I I N N G G E E N N S S C C H H A A K K E E L L E E N N T T I I J J D D E E N N S S
S S T T I I L L S S T T A A N N D D
Gebruik, om de neutraalstand te bepalen wanneer de motorfiets
stilstaat een van de volgende technieken om de versnelling in- en
uit te schakelen:
1. Schakel, met ontkoppelde koppeling (hendel naar binnen
getrokken), over naar neutraal terwijl u de motorfiets naar
voren en naar achteren duwt.
2. Met de versnellingsbak in de eerste versnelling laat u de
koppeling voorzichtig los totdat deze net begint te koppelen.
Oefen opwaartse druk uit op de teenhendel en trek de
koppeling snel naar binnen.
Er is een Neutraal-indicatorlampje op de instrumentenpaneel.
TIP
LET OP