D D E E M M O O T T O O R R F F I I E E T T S S P P A A R R K K E E R R E E N N E E N N A A F F D D E E K K K K E E N N
1. Parkeer de motorfiets in zijn opslaglocatie. Zet het frame op
een blok om de voor- en achterwielen enigszins te ontlasten.
Het periodiek starten van de motorfiets tijdens opslag wordt
NIET aanbevolen. Waterdamp is een bijproduct van het
verbrandingsproces, en corrosie kan het gevolg zijn tenzij de
motor lang genoeg draait om de olie en het uitlaatsysteem op
normale bedrijfstemperatuur te brengen.
2. Bevestig een plastic zak over de (afgekoelde) uitlaatopeningen
om te voorkomen dat er vocht in het uitlaatsysteem komt.
3. Dek de motorfiets af met een hoes van duurzaam, ademend
materiaal, ontworpen voor opslag. Het afdekken van de
motorfiets helpt hem te beschermen tegen stof en andere door
de lucht verspreide materialen. De afdekking moet van
ademend materiaal zijn om te voorkomen dat zich vocht
ophoopt op de motorfiets, waardoor oxidatie van metalen
oppervlakken kan ontstaan.
LET OP
V V E E R R W W I I J J D D E E R R I I N N G G U U I I T T O O P P S S L L A A G G
1. Monteer een volledig geladen accu.
2. Controleer het oliepeil. Indien de motorfiets in een ruimte met
sterke schommelingen in temperatuur en vochtigheid (zoals
buiten) werd gestald, ververs dan de motorolie voordat u de
motor start.
Tijdens opslag kunnen temperatuur- en
vochtigheidsveranderingen condensvorming in het carter
veroorzaken en zich met de motorolie vermengen. Het laten
draaien van de motor met olie die condens bevat kan
motorschade veroorzaken.
3. Inspecteer de opslagruimte op tekenen van vloeistoflekkage.
Identificeer en repareer alle lekkende onderdelen.
4. Verwijder alle inlaat- en uitlaatgaasafdekkingen die ter
bescherming tegen knaagdieren zijn aangebracht.
5. Verzeker u ervan dat de brandstoftank minstens voor 3/4 vol is.
6. Voer de inspecties vóór het rijden uit. Zie pagina 63.
7. Voer een rijtest uit. Zie pagina 89.
8. Was en poets de motorfiets. Wax, poets of breng een
beschermingsmiddel aan op de relevante onderdelen.
REINIGING EN STALLING
LET OP
169