• Alle motorrijders moeten heldere of lichtgekleurde en/of
reflecterende kleding dragen om de zichtbaarheid voor andere
weggebruikers te verbeteren. Het niet zien of herkennen van een
motorfiets door een automobilist is de belangrijkste oorzaak van
ongevallen tussen auto's en motorfietsen.
• Draag handschoenen, een jas of lange mouwen met
CE-goedgekeurde beschermende kleding, schoeisel met
gesloten tenen dat de enkels bedekt en een lange broek om
letsel door schaafwonden, rijtwonden of brandwonden te
voorkomen of te verminderen als de motorfiets valt. Wees
voorzichtig met schoeisel met hoge hakken, want die kunnen
blijven haken aan pedalen of voetsteunen. De combinatie van
laarzen en broek moet de benen, enkels en voeten volledig
bedekken en de huid beschermen tegen de hitte van de motor
en het uitlaatsysteem.
• Draag geen losse, wapperende kleding of lange schoenveters,
aangezien deze kunnen blijven haken aan het stuur, de hendels
of de voetsteunen, of verstrikt kunnen raken in de wielen,
waardoor u de macht over het stuur kunt verliezen en ernstig
letsel kunt oplopen.
S S Y Y S S T T E E E E M M R R E E A A C C T T I I E E A A N N T T I I B B L L O O K K K K E E E E R R S S Y Y S S T T E E E E M M
Wanneer de antiblokkeerremmen tijdens een remmanoeuvre
worden ingeschakeld, voelt de rijder een pulsatie aan de
remhendels. Blijf een constante druk op de remmen uitoefenen voor
de beste remprestaties.
E E E E N N P P A A S S S S A A G G I I E E R R V V E E R R V V O O E E R R E E N N
WAARSCHUWING
Vervoer geen passagiers tenzij de motorfiets is uitgerust met een
passagierszadel en passagiersvoetsteunen.
• Overschrijd het bruto voertuiggewicht (GVWR) of het bruto as-
gewicht (GAWR) voor uw motorfiets niet. Raadpleeg het hoofd-
stuk Specificaties van deze handleiding of de
Productie-informatie/VIN-label op het frame van de motorfiets
voor modelspecifieke informatie.
• Stel de rijhoogte zo nodig in. Raadpleeg de hoofdstukken
Voorspanning achterschokdemper (rijhoogte) inspectie en
Voorspanning achterschokdemper (rijhoogte) afstelling voor
details.
• Zeg de passagier dat hij zich met beide handen aan u of aan de
handgrepen voor de passagier moet vasthouden en dat hij zijn
voeten op de passagiersvoetsteunen moet houden. Vervoer
geen passagier die niet beide voeten stevig op de
passagiersvoetsteunen kan plaatsen. Een passagier die zich niet
goed vasthoudt of de passagiersvoetsteunen niet kan bereiken,
kan zijn lichaam onregelmatig bewegen, waardoor de
motorfiets moeilijk te besturen wordt en de controle over de
motorfiets verloren kan gaan.
VEILIGHEID
15