• Zet de schakelaar naar links om de linker richtingaanwijzer in te
schakelen.
• Druk nogmaals op de schakelaar om de linker richtingaanwijzer
uit te schakelen.
A A L L A A R R M M S S C C H H A A K K E E L L A A A A R R
Het contact moet op AAN staan om de knipperlichten te activeren,
maar als ze eenmaal geactiveerd zijn, zullen de knipperlichten
blijven knipperen als de hoofdschakelaar wordt uitgezet. Als de
knipperlichten actief zijn, knipperen alle vier de
richtingaanwijzers.
Druk op het midden van de richtingaanwijzerschakelaar
alarmsignaal in te schakelen.
• Houd de schakelaar ingedrukt om de knipperlichten te
activeren.
• Druk nogmaals op de schakelaar om de knipperlichten uit te
schakelen.
C C L L A A X X O O N N K K N N O O P P
Druk op de claxonschakelaar
w
, om het
FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
e
om de claxon te laten klinken.
33