Laat de motor niet op toeren komen en zet de versnellingsbak
niet in de versnelling onmiddellijk nadat u de motor hebt gestart.
Laat de motor stationair draaien gedurende ongeveer 30
seconden na een warme start of minstens één minuut na een
koude start (langer bij koud weer). Zo kan de olie alle plekken
bereiken voordat de motor wordt belast.
Laat de motor niet met een hoog toerental draaien terwijl de
koppeling ontkoppeld is of de versnellingsbak in neutraal staat.
Het maximaal veilige motortoerental is 8300 omw/min.
Overschrijd nooit het maximaal veilige toerental, dit kan leiden
tot ernstige motorschade.
S S T T A A T T I I O O N N A A I I R R U U I I T T S S C C H H A A K K E E L L E E N N
Als de motorfiets onder normale omstandigheden 15 minuten
stationair draait zonder input van de gebruiker, wordt de motor
uitgeschakeld. Als een onjuiste verbranding is gedetecteerd, zal
de motor na 5 minuten afslaan zonder input van de operator.
Tijdens de aftelperiode van het stationair draaien kan de
gebruiker op elk moment de koppeling/remhendel of de
gashendel bedienen om de uitschakelsequentie te beëindigen. 3
minuten vóór het uitschakelen van de motor zal aan de gebruiker
een melding worden gegeven.
TIP
LET OP
V V E E R R S S N N E E L L L L I I N N G G E E N N S S C C H H A A K K E E L L E E N N
WAARSCHUWING
Geforceerd schakelen (met ingeschakelde koppeling) kan
schade aan de motor, versnellingsbak en aandrijflijn
veroorzaken. Dergelijke schade kan leiden tot verlies van
controle over de motorfiets, wat ernstig letsel of de dood tot
gevolg zou kunnen hebben. Trek de koppelingshendel altijd
volledig naar het stuur toe om de koppeling te ontkoppelen
alvorens te schakelen.
Uw motorfiets is voorzien van een versnellingsbak met zes
versnellingen. Neutraal bevindt zich tussen de eerste en tweede
versnelling.
BEDIENING
79