FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
M M O O T T O O R R A A A A N N / / U U I I T T - - S S C C H H A A K K E E L L A A A A R R
Gebruik de motor aan/uit-schakelaar om de motor snel uit te
zetten. Draai de sleutel in de stand UIT nadat de motor is gestopt.
• Druk op de bovenkant van de tuimelschakelaar (UIT)
motor UIT te schakelen.
• Druk op de onderkant van de tuimelschakelaar (AAN)
motor te starten en te laten draaien.
34
De koplamp en alle accessoires die op stroompoorten zijn
aangesloten, blijven branden totdat de contactsleutel in de
T T R R I I G G G G E E R R S S C C H H A A K K E E L L A A A A R R S S
Alle modellen zijn uitgerust met triggerschakelaars op de
voorkant van de linker en rechter stuurstangbedieningseenheden
y
.
Het contact moet in de stand AAN staan om de
r
om de
t
om de
TIP
UIT-stand wordt gezet.
LET OP
triggerschakelaars te laten werken.