1. Plaats de motorfiets op een vlakke ondergrond in volledig
rechtopstaande positie.
2. Het remvloeistofreservoir van de achterrem bevindt zich bij het
achterrempedaal. Bekijk het reservoir vanaf de rechterzijde
van het voertuig.
3. Veeg het vloeistofreservoir en het gebied rond de reservoirdop
af met een schone doek.
4. Als het vloeistofpeil laag is, controleer dan de remblokken
zoals beschreven op pagina 141. Als de remblokken niet
verder versleten zijn dan de onderhoudslimiet, controleer het
remsysteem dan op lekkage.
5. Verwijder het deksel en diafragma. Het vloeistofpeil moet
boven de minimumindicatormarkering op het reservoir
staan. Vul zoveel remvloeistof bij als nodig. Vul niet te veel.
6. Plaats het deksel en het diafragma terug. Zet het deksel met de
hand vast.
7. Veeg gemorste vloeistof weg. Controleer op tekenen van
remvloeistoflekkage rond slangen, fittingen, reservoir en
remklauwen.
ONDERHOUD
q
137