FUNCTIES EN BEDIENINGSELEMENTEN
V V O O O O R R M M O O D D E E L L L L E E N N D D I I E E N N I I E E T T Z Z I I J J N N U U I I T T G G E E R R U U S S T T
M M E E T T R R I I D D E E C C O O M M M M A A N N D D
Voer de volgende procedure uit om de deactivering van de
achterste cilinder in of uit te schakelen:
1. Navigeer naar de displaymodus voor de
omgevingsluchttemperatuur op het multifunctionele display
(MFD).
2. Druk op de rechter triggerschakelaar totdat 'CYLdeAC' in het
display verschijnt.
3. Door de rechter triggerschakelaar in te drukken kan de
gebruiker kiezen tussen 'CD ON' of 'CD OFF'.
4. Druk op en houd de rechter triggerschakelaar ingedrukt om de
instellingen op te slaan.
• CYLdeAC AAN: achterste cilinder kan worden
gedeactiveerd
• CYLdeAC UIT: achterste cilinder kan niet worden
gedeactiveerd
Wanneer de cilinderdeactiveringsfunctie wordt geactiveerd en de
cilinder wordt gedeactiveerd, verschijnt gedurende 1 seconde het
bericht 'CylDeAc' op het multifunctionele display. Wanneer de
functie wordt gedeactiveerd en de cilinder wordt geactiveerd,
verschijnt gedurende 1 seconde het bericht 'CylAc' op het
Multifunctioneel display.
G G A A S S H H E E N N D D E E L L G G R R E E E E P P
De gashendelgreep bevindt zich op de rechter stuurstang.
Gebruik de gashendelgreep om het motortoerental te regelen.
42
Terwijl u in de juiste rijpositie zit:
• Rol de handgreep naar achteren
(motortoerental en -vermogen verhogen).
• Rol de handgreep naar voren
draaien (motortoerental en -vermogen verlagen).
• Rol de handgreep naar voren, voorbij de stationaire stand, om
de cruise control te annuleren.
De handgreep is veerbelast. Wanneer u de greep loslaat, keert de
gashendel terug naar de stationaire stand.
om het gashendel te openen
om het gashendel dicht te