H H E E T T O O P P L L O O S S S S E E N N V V A A N N P P R R O O B B L L E E M M E E N N
H H E E T T O O P P L L O O S S S S E E N N V V A A N N P P R R O O B B L L E E M M E E N N
Probeer voor uw persoonlijke veiligheid geen inspecties of reparaties uit te voeren die niet volledig in deze gebruikershandleiding zijn
beschreven. Neem contact op met een erkende dealer voor service als u de oorzaak van een probleem niet kunt vaststellen of als de
inspectie/reparatie uw mechanische bekwaamheid of gereedschapsmiddelen te boven gaat. Voer geen inspecties of reparaties uit terwijl
de motor loopt.
M M O O T T O O R R Z Z W W E E N N G G E E L L T T M M A A A A R R W W I I L L N N I I E E T T S S T T A A R R T T E E N N
MOGELIJKE OORZAAK
Laag brandstofpeil
Brandstofpomp werkt niet
Accuspanning te laag
Vervuilde bougie(s)
Lage compressie
Zekering van de BOBINE is beschadigd of gesprongen
S S T T A A R R T T M M O O T T O O R R K K L L I I K K T T , , D D R R A A A A I I T T N N I I E E T T O O F F D D R R A A A A I I T T T T R R A A A A G G
MOGELIJKE OORZAAK
Motor aan/uit-schakelaar in uit-stand
Ontladen accu
MOGELIJKE OPLOSSING/ACTIE
Verifieer brandstofpeil.
Zet de motor aan/uit-schakelaar op AAN. Zet de contactsleutel in de AAN-stand. De
brandstofpomp moet even draaien en dan stoppen. Controleer de
brandstofpomp/ontstekingsonderbreker. Zie pagina 155.
Laad de accu helemaal op. Zie pagina 152.
Neem contact op met uw dealer.
Neem contact op met uw dealer voor een motorcompressietest.
Controleer of de zekering van de BOBINE intact is. Zie pagina 155.
MOGELIJKE OPLOSSING/ACTIE
Zet de schakelaar in de AAN-stand.
Laad de accu helemaal op. Zie pagina 152.
HET OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
159