M M O O T T O O R R O O L L I I E E E E N N F F I I L L T T E E R R V V E E R R V V A A N N G G E E N N
BELANGRIJK
De motor MOET OP TEMPERATUUR ZIJN voordat u de volgende
procedure uitvoert.
HETE ONDERDELEN
Draag geïsoleerde handschoenen en wees voorzichtig bij het
hanteren van deze onderdelen.
VOORZICHTIG
1. Laat de motor warm draaien en zet hem dan uit.
2. Steun de motorfiets stevig in een verticale 'gecentreerde'
positie.
3. Plaats een olieopvangbak onder de motorolieaftappluggen
en
.
4. Verwijder de aftappluggen en afdichtingsringen.
5. Laat de olie helemaal uitlekken. Voer de olie op de juiste wijze
af.
6. Verwijder het oliefilter
oliefilter op de juiste manier af.
7. Reinig het afdichtingsvlak van de motoroliefilterbevestiging en
de omgeving daarvan.
8. Doe een kleine hoeveelheid olie op de nieuwe
oliefilter-afdichting en draai het filter erop totdat de
filterafdichting het afdichtingsvlak raakt. Draai het oliefilter
vast volgens de specificaties.
AANHAALMOMENT
13 N·m of ongeveer 3/4 tot 1 volledige omwenteling nadat de
afdichting contact maakt met het afdichtingsoppervlak van
de filterbevestiging.
ONDERHOUD
en laat de olie weglopen. Voer het
Oliefilter:
113