ONDERHOUDSSCHEMA
Het onderhoud is zeer belangrijk om uw voertuig in een veilig functionerende staat
te houden. De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een behoorlijk onderhoud.
Het voertuig dient servicebeurten te ondergaan volgens het onderhoudsschema.
Ook als u het onderhoudsschema volgt moet u steeds de inspectie voor het ver-
trek uitvoeren.
Als het voertuig niet behoorlijk volgens het onderhoudsprogramma en de
onderhoudsprocedures wordt onderhouden kan dat rijden op het voertuig
onveilig maken.
A: Afregelen
C: Reinigen
I: Inspecteren
L: Smeren
R: Vervangen
ONDERDEEL/TAAK
MOTOR
Olie en filter
(1)
Zeef oliereservoir
Motorkleppen
Motorbevestigingen
Achterste motorophanging
Luchtfilter
Uitlaatsysteem
Vonkafleider knalpot
Koelvloeistof
Radiatordop/koelsysteem-
drukproef
Koppeling
WAARSCHUWING
ONDERHOUDSSCHEMA
10 U OF 400 KM EERSTE INSPECTIE
25 U OF 1.250 KM
50 U OF 2.500 KM
R
C
I, A
I, A
I
I
(10)
I, C,
R
(2)
(2)
L
I
I
C
(3)
I
I
I
(4)
_______________
100 U OF 1 JAAR OF 5.000 KM
200 U OF 2 JAAR OF 10.000 KM
UIT TE VOEREN DOOR
Klant
Klant
(1) EERSTE vervanging motoro-
Dealer
lie/-filter moet worden uitge-
voerd na 5 rij-uren OF 200 km
Dealer
OF na 3 tankbeurten (afhanke-
Dealer
lijk van wat het eerst komt).
(2) Vaker in stoffige omstan-
Klant
digheden. Zie
ONDERHOUDSPROCEDURES
Dealer
(3) Iedere 50 uur koel-
Klant
vloeistof controleren.
(4) Aanpassing con-
R
Klant
troleren na elke rit.
(10) Vervangen telkens na 200 uur
I
Dealer
of 10.000 km.
Dealer/
Klant
LEGENDE
LUCHTFILTER
in
.
91