RIJDEN MET UW VOERTUIG
Wanneer u in duingebied gaat rijden, is het raadzaam uw voertuig uit te rusten met
een hoog uitstekende vlag. Zo kunnen andere personen aan de andere kant van de
zandduin beter zien waar u zich bevindt. Rijd voorzichtig wanneer u voor u nog een
veiligheidsvlag bespeurt. Omdat een hoog uitstekende vlag kan plooien en terug-
veren tegen uw lichaam, mag u ze niet gebruiken op plaatsen met lage takken of
hindernissen.
Rijden op losse stenen of kiezel lijkt sterk op rijden op ijs. Het verandert de bestu-
ring van het voertuig, waardoor het kan slippen of kantelen, vooral bij te hoge snel-
heden. Ook de remafstand kan toenemen. Vergeet niet dat er bij bruusk gas ge-
ven of doorslippen losse stenen achterwaarts kunnen wegvliegen en een andere
bestuurder kunnen raken. Doe dit nooit opzettelijk.
Begint u toch te slippen of schuiven, draai het stuur dan in de richting waarin u slipt
tot u het voertuig opnieuw onder controle heeft. U mag nooit bruusk remmen en
de wielen blokkeren.
Respecteer en volg de signalisatie langs het pad. Ze is daar geplaatst om u en an-
deren te helpen.
Passeer hindernissen op uw weg voorzichtig. Daartoe behoren losse rotsblokken,
omgevallen bomen, gladde oppervlakken, omheiningen, palen, wallen en laagtes.
Vermijd ze zoveel mogelijk. Houd er rekening mee dat sommige hindernissen te
groot of gevaarlijk zijn om over te rijden en beter ontweken worden. Kleine stenen
of omgevallen bomen kunt u veilig passeren, wanneer u ze in een hoek van 90°
nadert. Ga op de voetsteunen staan met uw knieën gebogen. Pas uw snelheid
aan zonder vaart te verliezen en geef niet bruusk gas. Houd het stuur stevig vast.
Verplaats uw lichaamsgewicht naar achteren en rijd door. Probeer niet om de
voorwielen van het voertuig van de grond te heffen. Houd er rekening mee dat
het voorwerp misschien glad is of kan verschuiven wanneer u erover rijdt.
________
_______
49
VEILIGHEIDSINFORMATIE