Samenvatting van Inhoud voor BRP can-am DS450 EFI 2009
Pagina 2
Californië weet dat ze kanker, geboortedefecten of ander reproductief letsel kunnen veroorzaken. In Canada worden deze producten verdeeld door Bombardier Recreational Products Inc. (BRP). In de Verenigde Staten worden de producten verdeeld door BRP US Inc. De volgende handelsmerken zijn eigendom van Bombardier Recreational Products Inc.:...
De informatie in dit document is cor- kunt raadplegen voor onderhoud, het rect op het moment van publicatie. oplossen van problemen en om ande- BRP voert echter een beleid van con- ren aanwijzingen te geven. tinue verbetering van zijn producten, zonder dat dit enige verbintenis in-...
Pagina 4
VOORWOORD schrijvingen en/of specificaties in deze handleiding. BRP behoudt zich het recht voor te allen tijde specificaties, ontwerp, eigenschappen, modellen of uitrusting te schrappen of wijzigen, zonder zich tot iets te verplichten. Deze Gebruikershandleiding en de VEI- LIGHEIDSVIDEO moeten bij een even- tuele verkoop bij het voertuig blijven.
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD ............... 1 Informeer u voor u vertrekt .
Pagina 6
INHOUDSOPGAVE BRANDSTOF ............... . 66 Aanbevolen brandstof .
Pagina 7
GARANTIE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP V.S. EN CANADA: 2009 CAN-AM ATV ................. 132 INTERNATIONALE BEPERKTE GARANTIE VAN BRP: 2009 CAN-AM ATV .
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Koolmonoxidevergiftiging Vermijd brandstofbranden vermijden en andere gevaren Uitlaatgassen van motors bevatten Benzine is uiterst brandbaar en zeer steeds koolmonoxide, een dodelijk explosief. Benzinedampen kunnen gas. Inademing van koolmonoxide kan zich verspreiden en op meters afstand leiden tot hoofdpijn, duizeligheid, sla- van de motor door een vonk of vlam perigheid, misselijkheid, verwarring en worden aangestoken.
Accessoires en aanpassingen Maak geen ongeautoriseerde aanpas- singen of gebruik geen onderdelen of accessoires die niet door BRP zijn goedgekeurd. Omdat zulke aanpassin- gen niet door BRP zijn getest, kunnen die een groter risico op vallen of letsel met zich meebrengen en het voertuig onwettelijk maken.
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN WAARSCHUWING DIT VOERTUIG IS GEEN SPEELGOED EN HET GEBRUIK ERVAN HOUDT GEVAREN IN. Dit voertuig besturen is heel anders dan rijden met andere voertuigen, zoals motorfietsen en auto's. Een aanrijding of koprol is snel gebeurd als u de nodige voorzorgen niet neemt, zelfs tijdens routinema- noeuvres zoals keren, bergop of over hindernissen rijden.
Pagina 13
BIJZONDERE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN WAARSCHUWING – Wanneer de voetbeschermers als voetsteunen worden gebruikt tijdens het rijden, kunnen deze voetbeschermers afbreken. Uw voet of been kan de achterwielen raken, zodat u verwondingen oploopt of een ongeluk hebt. Gebruik de voetbeschermers nooit om op te steunen. –...
Pagina 14
Gebruikershandleiding wordt beschreven. – Voer nooit onoordeelkundige wijzigingen aan uw voertuig uit, bijvoor- beeld verkeerde installatie of toepassing van accessoires. Gebruik alleen door BRP goedgekeurde accessoires. – Overschrijd nooit de aangegeven maximale lading van dit voertuig, inclusief bestuurder en bijkomende accessoires.
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN De volgende waarschuwingen en de vorm waarin ze verschijnen zijn opgelegd door de Amerikaanse United States Consumer Product Safety Commission en moeten worden opgenomen in de Gebruikershandleiding van alle ATV's. Opmerking: De volgende illustraties zijn slechts algemene voorstellingen. Uw model kan hiervan afwijken.
Pagina 16
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet-naleving van de leeftijdsaanbevelingen voor dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer deze leeftijdsaanbeveling niet wordt gerespecteerd, kan de jonge bestuurder ernstige of zelfs dodelijke verwondingen oplopen. Zelfs als een kind tot de leeftijdscategorie behoort waarvoor dit voertuig wordt aanbevolen, beschikt het niet altijd over de nodige vaardigheden en voldoende beoordelingsvermogen om veilig met dit voertuig te rijden.
Pagina 17
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Een passagier meenemen met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor wordt uw voertuig moeilijker bestuurbaar en raakt het sneller uit evenwicht. Dit kan tot een ongeluk leiden, waarbij u en/of uw passagier gewond raken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Neem nooit een passagier mee.
Pagina 18
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig op verharde oppervlakken. WAT KAN ER GEBEUREN De banden zijn ontworpen voor offroadgebruik en niet geschikt om op ver- harde wegen te rijden. Op een verharde weg verandert het rijgedrag van dit voertuig aanzienlijk, waardoor u de controle kunt verliezen.
Pagina 19
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met dit voertuig op de openbare weg rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt botsen met een ander voertuig. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig op de openbare weg, zelfs als het een aardeweg of kiezelpad betreft.
Pagina 20
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig zonder een goedgekeurde helm, oogbescherming en beschermende kleding te dragen. WAT KAN ER GEBEUREN De volgende punten gelden voor alle ATV-bestuurders: – Wanneer u rijdt zonder goedgekeurde helm, neemt het risico op een ern- stig of zelfs dodelijk hoofdletsel bij een ongeval aanzienlijk toe.
Pagina 21
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met dit voertuig onder invloed van alcohol of drugs. WAT KAN ER GEBEUREN Dit kan uw beoordelingsvermogen ernstig aantasten. Uw reactiesnelheid kan afnemen. Uw evenwicht en perceptie kunnen eronder lijden. U kunt een ernstig of dodelijk ongeluk krijgen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Gebruik nooit alcohol of drugs voor of tijdens het rijden met dit voertuig.
Pagina 22
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Te snel rijden met dit voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN De kans dat u de controle over uw voertuig verliest en een ongeluk heeft neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Pas uw snelheid altijd aan aan het terrein, de zichtbaarheid, de rijomstan- digheden en uw ervaring.
Pagina 23
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op twee wielen, springen en andere stunts. WAT KAN ER GEBEUREN Het risico dat u een ongeluk heeft, bijvoorbeeld kantelt, neemt toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Haal nooit stunts uit, zoals op twee wielen rijden of springen. Probeer niet op te scheppen.
Pagina 24
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet inspecteren van het voertuig voor het rijden. Niet goed onderhouden van het voertuig. WAT KAN ER GEBEUREN Hierdoor neemt het risico op ongevallen of beschadiging van de uitrusting toe. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Inspecteer uw voertuig voor elk gebruik, om te verzekeren dat het voertuig in goede staat verkeert.
Pagina 25
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met de handen los van het stuur of de voeten los van de voetsteunen. WAT KAN ER GEBEUREN Zelfs met één hand of voet los heeft u minder controle over het voertuig. U kunt het evenwicht verliezen en van het voertuig vallen. Als u een voet van de voetsteun haalt, kan uw voet of been de achterwielen raken, zodat u ver- wondingen oploopt of een ongeluk heeft.
Pagina 26
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet extra voorzichtig rijden op onbekend terrein. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt op verborgen rotsblokken, bulten of gaten stoten zonder voldoende tijd om te reageren. Uw voertuig kan kantelen of oncontroleerbaar worden. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd traag en wees extra voorzichtig wanneer u op onbekend terrein rijdt.
Pagina 27
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Niet extra voorzichtig rijden op zeer ruige, gladde of losse ondergrond. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan zijn grip verliezen en oncontroleerbaar worden. Dit kan lei- den tot een ongeluk, bijvoorbeeld kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit op te ruige, gladde of losse ondergrond, tot u de nodige vaardig- heid heeft verworven om uw voertuig onder controle te houden op dergelijk terrein.
Pagina 28
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd draaien. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan onbestuurbaar worden en een aanrijding veroorzaken of kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om te draaien, die u verder in deze Gebrui- kershandleiding vindt.
Pagina 29
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden op zeer steile hellingen. WAT KAN ER GEBEUREN Het voertuig kan sneller kantelen op zeer steile hellingen dan op vlakke on- dergrond of lichte hellingen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Begeef u met dit voertuig nooit op hellingen die te steil zijn voor het voertuig of voor uw rijvaardigheid.
Pagina 30
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergop te rijden, die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
Pagina 31
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd bergaf rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Volg altijd de juiste procedures om bergaf te rijden, die u verder in deze Ge- bruikershandleiding vindt.
Pagina 32
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd dwars op een helling rijden of keren op een helling. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Probeer nooit te keren op een heuvel, tot u de omkeertechniek op vlak terrein onder de knie heeft, die u verder in deze Gebruikershandleiding vindt.
Pagina 33
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Stilvallen, achteruit rollen of verkeerd afstappen tijdens het bergop rijden. WAT KAN ER GEBEUREN Uw voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Schakel naar een gepaste versnelling en houd een constante snelheid aan bij het bergop rijden. Als u niet meer vooruit komt: Houd uw gewicht aan de bergopzijde.
Pagina 34
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd over hindernissen rijden. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle verliezen of botsen. Het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Controleer op hindernissen voordat u in een onbekend gebied gaat rijden. Probeer nooit over grote hindernissen, zoals grote rotsblokken of omgeval- len bomen, te rijden.
Pagina 35
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Verkeerd slippen of schuiven. WAT KAN ER GEBEUREN U kunt de controle over uw voertuig verliezen. U kunt ook plots opnieuw grip krijgen, waardoor het voertuig kan kantelen. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Oefen met lage snelheid op een vlak, effen terrein totdat u het slippende of schuivende voertuig veilig onder controle kunt houden.
Pagina 36
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Met het voertuig door diep of snel stromend water rijden. WAT KAN ER GEBEUREN De banden kunnen gaan drijven, waardoor u uw grip en de controle verliest en een ongeval kunt veroorzaken. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Rijd nooit met dit voertuig door snel stromend water of door water dat die- per is dan de specificaties verder in deze Gebruikershandleiding.
Pagina 37
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Rijden met ongeschikte banden, met een verkeerde of ongelijkmatige ban- denspanning. WAT KAN ER GEBEUREN Wanneer u rijdt met ongeschikte banden of een verkeerde of ongelijkma- tige bandenspanning, kunt u de controle over het voertuig verliezen, een klapband krijgen of kunnen de banden loskomen van de velgen.
Pagina 38
Alle onderdelen en accessoires die u aan dit voertuig toevoegt, moeten goedgekeurd zijn door BRP en worden geïnstalleerd en gebruikt volgens de aanwijzingen. Met al uw bijkomende vragen kunt u bij een erkende Can-Am dealer terecht.
Pagina 39
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Overladen van dit voertuig of verkeerd dragen of slepen van lasten. WAT KAN ER GEBEUREN Het rijgedrag van het voertuig kan veranderen, wat tot ongelukken kan lei- den. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Overschrijd nooit de aangegeven maximale lading van dit voertuig, inclu- sief bestuurder, alle lasten en bijkomende accessoires.
Pagina 40
BEDRIJFSWAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING MOGELIJK GEVAAR Het transport van ontvlambare of gevaarlijke materialen kan tot ontploffin- gen leiden. WAT KAN ER GEBEUREN Dat kan ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben. HOE KUNT U DIT RISICO VOORKOMEN Vervoer nooit ontvlambare of gevaarlijke materialen. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei-...
RIJDEN MET UW VOERTUIG Om ten volle te kunnen genieten van een aangename en boeiende rit met uw voertuig MOET u enkele basisregels en tips in acht nemen. Sommige regels zullen nieuw zijn voor u, en sommige zijn vanzelfsprekend en berusten op gezond verstand.
RIJDEN MET UW VOERTUIG Ga er nooit van uit dat het voertuig overal veilig zal geraken. Door onverwachte terreinveranderingen, zoals putten, laagtes, glooiingen, zachtere of hardere “grond” of andere onregelmatigheden kan het voertuig kantelen of onstabiel worden. Rijd traag en observeer altijd het terrein voor u om dit te voorkomen. Dreigt het voertuig toch te kantelen of om te kiepen, dan kunt u beter onmiddellijk afstappen...
RIJDEN MET UW VOERTUIG – Kijk en voel of er onderdelen loszitten terwijl de motor niet draait. Controleer de bevestigingen. – Kijk of er geen personen of hindernissen op het traject zijn. – Controleer de werking van de contactschakelaar, motorstartknop, motorstop- schakelaar, koplampen, achterlicht en verklikkerlichtjes.
RIJDEN MET UW VOERTUIG Recreatief gebruik Respecteer de rechten en beperkingen van anderen. Begeef u niet in zones die zijn voorbehouden aan andere offroadactiviteiten. Daartoe behoren paden voor sneeuwscooters, ruiters, langlaufsporen, mountainbikeparcours enz. Ga er nooit van uit dat er toch geen andere gebruikers op het pad zijn. Houd altijd uiterst rechts op het pad en zigzag niet heen en weer.
RIJDEN MET UW VOERTUIG Houd altijd een veilige afstand van andere bestuurders. Op basis van uw eigen in- schatting van snelheid, toestand van het terrein, weer, mechanische toestand van uw voertuig en uw “vertrouwen in het beoordelingsvermogen” van de mensen om u heen, kunt u het best oordelen over de aangewezen veilige afstand.
RIJDEN MET UW VOERTUIG Rijden op ongebaand terrein Rijden op ongebaand terrein is per definitie gevaarlijk. Elk terrein dat niet speciaal werd voorbereid om voertuigen te dragen houdt gevaren in omdat men nooit op voorhand weet welke oneffenheden men tegenkomt, hoe vast de ondergrond is en hoe steil de helling.
RIJDEN MET UW VOERTUIG Bergaf rijden Dit voertuig kan steilere hellingen beklimmen dan het veilig kan afdalen. Daarom dient u er zeker van te zijn dat er een veilige weg naar beneden is, voordat u aan een beklimming begint. Wanneer u vertraagt bij het afdalen van een gladde helling, kan het voertuig gaan schuiven.
Pagina 48
RIJDEN MET UW VOERTUIG Hoewel dit voertuig is uitgerust met een goede ophanging, kan het rijden op uiterst ruig terrein u een onaangenaam gevoel geven of zelfs rugletsels veroor- zaken. “Vaak moet u in gehurkte houding rijden. Vertraag in dit geval en vang de schokken op met uw gebogen benen.
Pagina 49
RIJDEN MET UW VOERTUIG Water vermindert het remvermogen van uw voertuig. Laat de remmen altijd dro- gen door ze meermaals te activeren, wanneer het voertuig weer op het droge is. Nabij water is er vaak modder of moerasland. Let op voor onverwachte gaten of inzinkingen.
Pagina 50
RIJDEN MET UW VOERTUIG Rijden op zand, zandduinen of sneeuw is nog een unieke ervaring, waarvoor u ech- ter enkele essentiële voorzorgen moet nemen. In nat, diep of fijn zand/sneeuw treedt er tractieverlies op en kan het voertuig gaan schuiven, kantelen of vastlo- pen.
Pagina 51
RIJDEN MET UW VOERTUIG Passeer hindernissen op uw weg voorzichtig. Daartoe behoren losse rotsblokken, omgevallen bomen, gladde oppervlakken, omheiningen, palen, wallen en laagtes. Vermijd ze zoveel mogelijk. Houd er rekening mee dat sommige hindernissen te groot of gevaarlijk zijn om over te rijden en beter ontweken worden. Kleine stenen of omgevallen bomen kunt u veilig passeren, wanneer u ze in een hoek van 90°...
Pagina 52
RIJDEN MET UW VOERTUIG _______ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 53
RIJDEN MET UW VOERTUIG Bergaf Verplaats uw lichaamsgewicht naar achter. Rem geleidelijk om niet te slippen. “Rol” niet naar beneden enkel met behulp van motorcompressie of in vrijloop. Dwars op een helling rijden Dit is één van de gevaarlijkste manieren van rijden, omdat het evenwicht van het voertuig drastisch verandert.
Pagina 54
RIJDEN MET UW VOERTUIG Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen. _______ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
LOSHANGEND ETIKET Dit voertuig wordt geleverd met een loshangend etiket aan het stuur en labels die belangrijke veiligheidsinformatie bevatten. Elke persoon die met dit voertuig rijdt moet deze informatie gelezen en begrepen hebben voor zijn vertrek. vmo2009-005-003_en vmo2006-005-009_en ________ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT De volgende labels bevinden zich op uw voertuig en moeten als vaste on- derdelen van het voertuig worden be- schouwd. Als ze ontbreken of bescha- digd zijn, kunnen ze kosteloos worden vervangen. Raadpleeg een erkende Can-Am dealer.
Pagina 57
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT LABEL 3 vmo2008-011-088_en LABEL 4 vmo2009-003-004_en LABEL 1 LABEL 5 WAARSCHUWING LABEL 2 vmo2009-005-007_en LABEL 6 ________ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
Pagina 58
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT vmo2007-002-002 LABEL 7: NIET AFGEBEELD vmo2008-011-090 LABEL 8 Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen. _______ _______ VEILIGHEIDSINFORMATIE...
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UIT- RUSTING vmo2009-005-002_b NORMAAL Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen. ______________...
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 1) Gashendel Wanneer hij wordt ingedrukt verhoogt het motortoerental tot het juiste niveau om de schakeling naar de gekozen ver- snelling toe te laten. Zodra de hendel wordt losgelaten keert de motor automatisch terug naar stationair toerental en vertraagt het voertuig geleidelijk.
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING WAARSCHUWING Zet de parkeerrem helemaal af voordat u met uw voertuig gaat rijden. Wanneer de remmen tijdens het rijden slepen door een aanhou- dende druk op de hendel, kan dit leiden tot beschadiging van het remsysteem, een afname van het remvermogen en/of brand.
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING vmo2008-011-006_a STANDEN PARKEERREM vmo2008-011-007_a De stand van de par- MERK OP 1. Dimschakelaar keerrem kan variëren naargelang 2. Motorstopschakelaar van de slijtage van de remblokken. 3. Motorstartknop Controleer of het voertuig veilig ter plaatse blijft wanneer de parkeer- Dimschakelaar rem is geactiveerd.
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Motorstartknop De startknop wordt gebruikt om de motor te starten. Wanneer de start- knop wordt ingedrukt, zal de startmo- tor de motor starten. Voor de juiste startprocedure, zie MOTOR STARTEN in het deel BEDIENINGSINSTRUC- TIES. vmo2008-011-027_a STANDEN CONTACTSCHAKELAAR 1. UIT (OFF) 2.
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Opmerking: De achterlichten bran- den zowel bij selectie van AAN met koplampen als AAN zonder koplam- pen. In beide standen branden de lich- ten, ook als de motor niet draait. Draai de contactschakelaar altijd op UIT wan- neer de motor is gestopt. 7) Bindsnoerstop- schakelaar Enkel X xc Package...
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING 10) Schakelpedaal De schakelhendel staat in vrij- loop. Verklikkerlichtje AAN (ON) Motorstoring, raadpleeg hoofd- stuk OPLOSSEN VAN PROBLE- MEN of neem contact op met een erkende Can-Am dealer. Verklikkerlichtje knippert: De motor werkt in beveiligde mo- dus (terugkeermodus). Neem contact op met een erkende vmo2008-011-011_a Can-Am dealer.
BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/UITRUSTING Opmerking: U zult duidelijk een klik 12) Vergrendeling zitting voelen. Controleer nogmaals of de Dit zit onder de achterrand van de zit- stoel stevig vastzit door eraan te trek- ting. Hiermee kunt u de zitting ver- ken. wijderen om het luchtfilterhuis en het servicecompartiment te openen.
BRANDSTOF Aanbevolen brandstof Gebruik super loodvrije benzine van de pomp of geoxygeneerde brandstof met maximaal 10 % ethanol of metha- nol of beide. De gebruikte benzine met het volgende aanbevolen minimale oc- taangetal hebben. OCTAANGETAL In Noord-Amerika (91 (RON + MON)/2) vmo2008-011-106_a 1.
BEDIENINGSINSTRUCTIES Gebruik tijdens de inrijperiode Motor Het voertuig moet een inrijperiode van 10 bedrijfsuren doorlopen, alvorens u langdurig volgas mag geven. Tijdens deze periode mag u maximaal 1/2 tot 3/4 gas geven. Even volgas ge- vmo2008-011-038_a ven en uw snelheid variëren dragen X xc Package echter bij tot een goed inrijresultaat.
BEDIENINGSINSTRUCTIES Schakelen Schakelen Om te schakelen drukt u de koppe- lingshendel in en bedient het schakel- pedaal als volgt. WAARSCHUWING Gebruik altijd de koppelingshen- del om op of terug te schakelen. vmo2008-011-004_b Druk op de motorstartknop en houd Eén volledige slag van het pedaal scha- hem ingedrukt tot de motor start.
BEDIENINGSINSTRUCTIES Zet de parkeerrem hele- MERK OP maal af voordat u met uw voertuig gaat rijden. De motor uitzetten WAARSCHUWING Parkeer niet op een helling. Laat de gashendel los en stop het voer- vmo2008-011-004_b tuig volledig. Schakel naar 1 versnelling. WAARSCHUWING Gebruik de koppelingshendel al- tijd wanneer u schakelt.
BEDIENINGSINSTRUCTIES Als het voertuig op modderig terrein werd gebruikt, is het aan te raden het af te spoelen om het voertuig en zijn onderdelen in goede staat te houden en de lichten schoon te houden. Opmerking: Spuit het voertuig nooit schoon met een hogedrukreiniger GE- BRUIK ALLEEN LAGE DRUK (b.v.
UW RIT AANPASSEN 4. Stel de spoorbreedte af door het WAARSCHUWING gewenste aantal afstandsringen ophanging, stuurhoek tussen de flens van de achteras spoorbreedteafstelling zijn onder- en de (binnenkant van de) wiel- ling gerelateerd en kunnen een naaf. Zie de onderstaande tabel weerslag hebben op de bestuur- OPSTELLING AFSTANDSRINGEN baarheid.
UW RIT AANPASSEN 7. Plaats de ongebruikte afstandsrin- Opstelling afstandsringen en gen aan de buitenkant van de naaf. spoorbreedte BINNEN- BUITEN- TOTALE KANT KANT SPOORBREED- NAAF NAAF 117 cm (46 in) 119,5 cm (47 in) 122 cm (48 in) 124,5 cm (49 in) 127 cm (50 in) vmo2009-005-001_a Naspoorafstelling...
UW RIT AANPASSEN Om ze af te stellen, gaat u aan beiden kanten als volgt te werk: 1. Verwijder het wiel, zie de proce- dure in het hoofdstuk ONDER- HOUDSPROCEDURES. 2. Houd het voertuig op assteunen en verwijder de bouten die de boven- ste wieldraagarmen aan het chas- sis houden.
UW RIT AANPASSEN Richtlijn voor het afstellen van de ophanging Het rijgedrag en comfort van uw voer- tuig zijn afhankelijk van de afregeling van de ophanging. De ophanging kan worden afgeregeld in functie van het gewicht van de be- stuurder, persoonlijke voorkeuren, rij- snelheid en toestand van het terrein.
UW RIT AANPASSEN Terugveerdemping Gebruik een platte schroevendraaier voor deze afregeling. vmo2008-021-004_a 1. Compressieregelaar (platte schroevendraaier) Door draaien in wijzerzin (H) verhoogt de schokdemping (stijver). vmo2008-011-075_a Door draaien in tegenwijzerzin (S) ver- ALLE MODELLEN laagt de schokdemping (zachter). 1. Regelaar terugvering (platte schroevendraaier) Compressiedemping (hoge Door draaien in wijzerzin (H) verhoogt...
UW RIT AANPASSEN Hef de achterkant van het voertuig op. De veerlengte moet worden gemeten met onbelaste wielen. vmo2008-011-077_a 1. Regelaar terugvering (platte schroevendraaier) Door draaien in wijzerzin (H) verhoogt de schokdemping (stijver). vmo2008-011-079_a Door draaien in tegenwijzerzin (S) ver- A.
TRANSPORT VAN HET VOERTUIG Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen. Bevestig het te transporteren voertuig met geschikte bevestigingsmiddelen aan de aanhangwagen of pick-up.
Pagina 81
TRANSPORT VAN HET VOERTUIG vmo2008-011-098_a LOCATIE ACHTERAAN Door het aan andere on- MERK OP derdelen te bevestigen kan het voer- tuig schade oplopen. WAARSCHUWING Sleep dit voertuig nooit achter een wagen of een ander voertuig. Ge- bruik een aanhangwagen. _______________...
Pagina 82
TRANSPORT VAN HET VOERTUIG ______________...
Pagina 83
ONDERHOUDS- INFORMATIE _______________...
ONDERHOUDSSCHEMA Het onderhoud is zeer belangrijk om uw voertuig in een veilig functionerende toe- stand te houden. De eigenaar is verantwoordelijkheid voor een behoorlijk onder- houd. Voer de periodieke controles uit en volg het onderhoudsprogramma. WAARSCHUWING Als het voertuig niet behoorlijk volgens het onderhoudsprogramma en de onderhoudsprocedures wordt onderhouden kan dat rijden op het voertuig onveilig maken.
Pagina 85
ONDERHOUDSSCHEMA PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 UUR OF 400 KM 25 U OF 1.250 KM A: AFREGELEN C: REINIGEN 50 U OF 2.500 KM I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 5.000 KM L: SMEREN R: VERVANGEN 200 U OF 2 JAAR OF 10.000 KM UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE...
Pagina 86
ONDERHOUDSSCHEMA PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 UUR OF 400 KM 25 U OF 1.250 KM A: AFREGELEN C: REINIGEN 50 U OF 2.500 KM I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 5.000 KM L: SMEREN R: VERVANGEN 200 U OF 2 JAAR OF 10.000 KM UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE...
Pagina 87
ONDERHOUDSSCHEMA PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 UUR OF 400 KM 25 U OF 1.250 KM A: AFREGELEN C: REINIGEN 50 U OF 2.500 KM I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 5.000 KM L: SMEREN R: VERVANGEN 200 U OF 2 JAAR OF 10.000 KM UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE...
Pagina 88
ONDERHOUDSSCHEMA PERIODIEK ONDERHOUDSSCHEMA EERSTE INSPECTIE 10 UUR OF 400 KM 25 U OF 1.250 KM A: AFREGELEN C: REINIGEN 50 U OF 2.500 KM I: INSPECTEREN 100 U OF 1 JAAR OF 5.000 KM L: SMEREN R: VERVANGEN 200 U OF 2 JAAR OF 10.000 KM UIT TE VOEREN DOOR ONDERDEEL/TAAK LEGENDE...
ONDERHOUDSSCHEMA Vervanging van motorolie en filter na 5 uur De Can-Am DS 450/DS 450 X xc is de meest geavanceerde sport-ATV. In het ont- werp werd gebruik gemaakt van de nieuwste technologie tot en met de syntheti- sche meerlagige oliefilter en inrijolie. De DS 450/DS 450 X xc behoudt het hoog- ste prestatieniveau door de inrijolie en -filter te vervangen na 3 tankbeurten of 5 uur rijden (afhankelijk van wat het eerst voorvalt).
ONDERHOUDSPROCEDURES Motorolie Motoroliepeil De motorolietank bevindt zich vooraan de motor. vmo2008-011-017_a 1. Vol Controleer het peil re- MERK OP 2. Toevoegen gelmatig en vul bij indien nodig. 3. Gebruiksbereik Nooit te veel bijvullen. Een te hoog Verwijder de peilstok om olie toe te oliepeil kan ernstige schade aan de voegen.
ONDERHOUDSPROCEDURES Oliewissel en vervanging oliefilter De olie en de filter moeten op hetzelf- de ogenblik worden vervangen. De oliewissel dient met een warme motor te gebeuren. LET OP De motorolie kan erg heet zijn. Wacht tot de motorolie warm is. Olie aftappen vmo2008-011-014_a 1.
Pagina 92
ONDERHOUDSPROCEDURES Reiniging oliezeef Veeg eventueel gemorste olie van de olietank. Opmerking: Hoe vaak de oliezeef moet worden gereinigd, vindt u in het Plaats een NIEUWE O-ring op olietank- ONDERHOUDSSCHEMA. uitlaatkoppeling. Verwijder de bevestigingsbouten van Plaats de olietankuitlaatkoppeling op de olietankuitlaatkoppeling. de olietank.
ONDERHOUDSPROCEDURES Hervul de olietank met 1,8 l (1,9 U.S. quarts) van de aanbevolen olie. Voor meer informatie, zie AANBEVOLEN MOTOROLIE in dit hoofdstuk. Start de motor en laat hem enkele mi- nuten stationair draaien. Controleer op lekkage. Stop de motor en controleer het olie- peil.
Pagina 94
ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-011-033_a vmo2008-011-034 1. Lipjes DOP KOELVLOEISTOFTANK Trek het deksel voorzichtig achteruit en U kunt het toegangsdeksel als volgt verwijder het. verwijderen. Verwijder de zitting. vmo2008-011-033_b vmo2009-023-002_c Verwijder de vuldop. 1. Vergrendeling zitting Wanneer het voertuig op een vlak op- Verwijder de dop van de brandstoftank.
Pagina 95
(kleine rib- met anticorrosiemiddel, speciaal be- stemd voor aluminium interne verbran- bels). dingsmotoren. Vul het koelsysteem met BRP voorge- mengd koelmiddel (Stuknr. 219 700 362) of met gedestilleerd water en een antivriesoplossing (50 % water, 50 % antivries).
Pagina 96
ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-011-086_a vmo2008-011-032_a ONDER TOEGANGSDEKSEL 1. Slangklem 1. Dop koelvloeistoftank 2. Uitlaatslang 3. Radiator Schroef de aftapplug langzaam los en Breng de slang weer aan en bevestig vang de koelvloeistof op in een ge- ze met de slangklem. schikt recipiënt. Wis eventueel gemorste koelvloeistof Opmerking: U hoeft de aftapplug niet van het chassis en de motor.
ONDERHOUDSPROCEDURES Het vloeistofpeil kan ook worden be- oordeeld aan de hand van de peilmerk- tekens van het reservoir (kleine rib- bels). vmo2008-011-016_b 1. Klemmen 2. Deksel luchtfilterhuis Maak de klem los en verwijder de filter. vmo2008-011-107_a KOELMIDDELRESERVOIR 1. Peilmerktekens Wacht nu tot de motor een normale be- drijfstemperatuur heeft bereikt.
ONDERHOUDSPROCEDURES Opmerking: Een beetje stof kan wor- Als u vloeistof of verontreinigingen den verwijderd met een lagedruklucht- aantreft, verwijdert u de klem. Trek de pistool. Blaas de perslucht in tegen- afvoerleiding naar buiten en ledig ze. gestelde richting van de bedrijfslucht- Start de motor niet wan- MERK OP stroom.
ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-011-069_a REINIGEN vmo2008-011-067_a 1. Reinig dit deel VERWIJDEREN Voor de installatie voert u de verwijde- 1. Schroeven ringsprocedure in omgekeerde volgor- de uit. Radiator Radiator reinigen Inspecteer de radiatorvinnen. Ze moe- ten schoon zijn, vrij van modder, vuil, bladeren en andere verontreinigingen die de koelprestatie van de radiator in het gedrang kunnen brengen.
ONDERHOUDSPROCEDURES Installeer het schakelpedaal volgens LET OP Maak de radiator nooit uw wensen en span de inbusbout schoon met uw handen terwijl hij weer aan. nog heet is. Laat de te reinigen radi- ator eerst afkoelen. Koppeling Let op dat u de radi- MERK OP atorvinnen niet beschadigt bij de Afregeling koppeling...
ONDERHOUDSPROCEDURES Afregeling koppelingshendel Afregeling koppelingsdeksel Draai de borgmoer van de kabelstel- Wanneer de schroef aan MERK OP schroef los. het koppelingsdeksel moet worden bijgeregeld, wijst dit op slijtage van de koppelingsplaten. Het is daarom ten zeerste aangeraden de koppe- lingsplaten te laten inspecteren door een erkende Can-Am dealer.
Pagina 102
ONDERHOUDSPROCEDURES Plaats deafstelsleutel voor de koppe- Draai de schroef vervolgens 3/8 tot 1/2 ling (Stuknr. 529 036 076) uit de ge- draai in tegenwijzerzin, weg van het reedschapsset op de borgmoer. contactpunt. Houd de stelschroef tegen met een platte schroevendraaier en draai dan de borgmoer in wijzerzin vast met de afstelsleutel voor de koppeling.
ONDERHOUDSPROCEDURES Niet teveel aandraaien. MERK OP vmo2008-011-001_d 1. Verwijder de schroeven vmo2008-011-042_c Koppel de kabel los van de gashendel. 1. Toegangsdop Regel de koppelingshendel correct af. Zie AFREGELING KOPPELINGSHEN- DEL hierboven. Gaskabel Smering gaskabel De gaskabel moet worden gesmeerd met kabelsmeerolie (Stuknr. 293 600 041) of een gelijkwaardig product.
ONDERHOUDSPROCEDURES WAARSCHUWING Draag altijd oogbescherming en handschoenen om een kabel te smeren. Opmerking: Leg een lap rond het ka- belsmeertoestel om oliespatten te voorkomen. Spuit smeermiddel in tot het door de kabel naar buiten komt. vmo2008-011-101_a LINKERKANT VAN DE MOTOR 1.
ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2008-011-072_a 1. Rubberbescherming vmo2008-011-001_c Draai de borgmoer los en draai aan de 1. Gashendel afstelschroef tot de gashendel de juis- A. 2 tot 4 mm (5/64 tot 5/32 in) te speling heeft. Bougies Verwijdering van de bougies Koppel de bougiekabels los. vmo2008-011-073_a 1.
ONDERHOUDSPROCEDURES WAARSCHUWING Demonteer altijd in deze volgorde; koppel de ZWARTE (–) kabel eerst los. Verwijder de bevestigingsbouten van de accuhouder en het rack. vmo2008-011-083_a 1. Bougies Installatie van bougies Controleer voor de installatie of de con- tactoppervlakken van de cilinderkop en bougies niet vuil zijn.
ONDERHOUDSPROCEDURES Zekeringen onder de zitting Zekeringen Inspectie van de zekering Het elektrisch systeem is beveiligd met zekeringen. Vervang een defecte zekering altijd door een zekering met dezelfde capaciteit. Gebruik geen zekering MERK OP met een hogere capaciteit, om ern- stige schade te vermijden. Om de zekering uit de houder te halen trekt u ze naar buiten.
ONDERHOUDSPROCEDURES Zekeringen links van de motor mmr2009-005-001_a vmo2008-011-037_a LOCATIE ZEKERINGEN 1. Zekeringhouder vmo2008-018-040_a 2. Stel de hoek van de koplampbehui- zing manueel af. vmo2008-011-081_a 3. Stel de twee koplampen gelijk af. OMSCHRIJVING VAN DE ZEKERINGEN 1. Koelventilator/accessoires (20 A) 4. Als ze correct zijn afgesteld draait u 2.
ONDERHOUDSPROCEDURES Draai de contactsleutel in de UIT-stand (OFF). Verwijder de rubberbescherming van de koplampbehuizing. vmo2008-018-037 TYPISCH Vervang de defecte lamp. Installeer de verwijderde onderdelen opnieuw correct in de omgekeerde volgorde dan waarin u ze heeft verwij- derd. vmo2008-018-038_a NORMAAL 1. Rubberbescherming Lamp van het achterlicht vervangen Draai de contactsleutel in de UIT-stand Koppel de connector van de koplamp...
ONDERHOUDSPROCEDURES Verwijder de console. Aandrijfketting WAARSCHUWING Draai de contactsleutel altijd in de stand UIT (OFF), alvorens de aan- drijfketting te inspecteren, af te regelen of te smeren. Inspectie aandrijfketting Het voertuig is uitgerust met levens- duurgesmeerde kettingbouten en -rol- len, afgedicht met een O-ring. Inspec- vmo2008-011-050_a teer de aandrijfketting voor elke rit met 1.
ONDERHOUDSPROCEDURES Plaats het voertuig op een vlak opper- Draai de borgbouten van de achteras vlak en schakel in VRIJLOOP. aan tot 48 N•m (35 lbf•ft). Draai de borgbouten van de achteras Aandrijfkettinggeleider los. Inspectie aandrijfkettinggeleider Inspecteer de aandrijfkettinggeleider regelmatig, zie ONDERHOUDSSCHE- Vervang de kettinggeleider als hij ver- sleten is.
ONDERHOUDSPROCEDURES Banden/Wielen Toestand van de banden/wielen Controleer de banden op beschadi- Bandenspanning gingen en slijtage. Vervang ze indien nodig. Wissel de banden niet om. De WAARSCHUWING banden vooraan en achteraan hebben een andere maat. De bandenspanning heeft een gro- te invloed op de besturing en stabi- WAARSCHUWING liteit van het voertuig.
ONDERHOUDSPROCEDURES Gebruik (waar toepas- MERK OP selijk) altijd de aanbevolen wielmoe- ren en -ringen. Het gebruik van een andere moer en ring kan schade aan de velg veroorzaken. Voorwiellagers Voorwiellagers inspecteren Duw en trek aan de bovenrand van de wielen om de speling te voelen. Raad- pleeg een erkende Can-Am dealer als u vmo2008-011-103 enige speling vaststelt.
Pagina 114
ONDERHOUDSPROCEDURES Wieldraagarmen, draaiarmen en stangen inspecteren Controleer deze onderdelen op be- schadigingen (barsten, deuken, over- matige speling of putcorrosie). Als u dergelijke beschadigingen vast- stelt, GEBRUIK HET VOERTUIG DAN NIET EN RAADPLEEG EEN ERKEND CAN-AM DEALER. WAARSCHUWING vmo2008-011-055_a Rijd nooit met een voertuig met de- fecte onderdelen in de ophanging.
ONDERHOUDSPROCEDURES Reinig en verwijder de vuldop en voeg Remmen de juiste hoeveelheid vloeistof toe. Nooit te veel bijvullen. Remvloeistofpeil Opmerking: Een laag peil kan wijzen Inspecteer de toestand van de man- op lekkage of versleten remblokken. chet visueel. Controleer op barsten, Raadpleeg een erkende Can-Am dea- scheuren enz.
ONDERHOUDSPROCEDURES vmo2009-005-010_a FOUTE PLAATS Aanbevolen remvloeistof Gebruik altijd remvloeistof die voldoet vmo2008-011-018_a aan de specificatie DOT 4. RECHTERKANT VAN HET VOERTUIG 1. Maximumpeil (MAX.) Om ernstige schade aan MERK OP 2. Minimumpeil (MIN.) het remsysteem te voorkomen, mag u geen andere vloeistoffen dan de Reinig en verwijder de vuldop en voeg aanbevolen middelen...
ONDERHOUDSPROCEDURES Vergrendeling zitting SERVICELIMIETEN Verwijder de zitting en controleer het 1 mm Dikte remblokken vergrendelingsmechanisme. Laat be- (0,040 in) schadigde onderdelen vervangen door een erkende Can-Am dealer. Schijfdikte 3,5 mm (0,138 in) Frame Maximale 0,2 mm schijfkromming (0,008 in) Chassis inspecteren Controleer het chassis op barsten of Doe een beroep op uw Can-Am dealer andere beschadigingen.
Pagina 118
ONDERHOUDSPROCEDURES Nadat uw voertuig langere tijd was opgeborgen, is een voorbereiding ver- eist. Uw erkende Can-Am dealer kan u hier meer over vertellen. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen.
Elke erkende Can-Am dealer heeft deze nummers nodig om reparaties onder garantie uit te voeren. Er wordt geen garan- tie geboden door BRP als het moto- ridentificatienummer (E.I.N.) of het voertuigidentificatienummer (V.I.N.) vmo2009-023-002_b...
VOORSCHRIFTEN INZAKE DE BEPERKING VAN GELUIDSEMISSIE Enkel VSA en Canada Het is verboden ontoelaatbare wijzigingen aan het geluidsreductiesysteem aan te brengen! De Amerikaanse federale wetgeving en de Canadese provinciewetten kun- nen de volgende handelingen of de aanzet hiertoe verbieden: 1. De verwijdering of uitschakeling door om het even welke persoon om een andere reden dan voor on- derhoud, reparatie of vervanging...
SPECIFICATIES MODEL DS 450/DS 450 X XC MOTOR BRP Rotax, 4-takt. Dubbele bovenliggende Type nokkenasmotor, kettingaandrijving Aantal cilinders Aantal kleppen 449,3 cc (27,42 cu. in) Cilinderinhoud Boring 97 mm (3,82 in) Slag 60,8 mm (2,44 in) Compressieverhouding 11,8:1 Droog carter (smering van motor en...
Pagina 123
SPECIFICATIES MODEL DS 450/DS 450 X XC ELEKTRISCH SYSTEEM Merk Denso Magneetgenera- Type 250 W @ 6.000 TPM Ontstekingstype IDI (Inductive Digital Ignition) Timing van de ontsteking Niet regelbaar Motortoerentalbegrenzer 10.200 NGK (breng warmtegeleidende pasta P12 Merk (Stuknr. 420 897 186) aan op de draden van de bougies) Bougie Type...
Pagina 124
SPECIFICATIES MODEL DS 450/DS 450 X XC OPHANGING Onafhankelijke ophanging - dubbele A-arm Type Vooraan HPG X xc: HPG (volledig instelbaar) Veerweg 241 mm (9,5 in) Stijve draaiarm Type Achteraan HPG X xc: HPG (volledig instelbaar) Veerweg 267 mm (10,5 in) BANDEN Vooraan Druk (max.
Pagina 125
Can-Am ATV's met natte koppeling. Voor meer informatie, zie MOTOROLIE in ONDERHOUDSINFORMATIE. Ethyleenglycol/watermengsel (50 % koelvloeistof, 50 % gedestilleerd water). Gebruik Koelvloeistof voorgemengde koelvloeistof van BRP of een speciale koelvloeistof voor aluminiummotoren. Type Loodvrije super-benzine Brandstof In Noord-Amerika: (91 (RON + MON)/2)
Pagina 126
SPECIFICATIES MODEL DS 450/DS 450 X XC INHOUD 11,5 l (3 U.S. gal) inclusief een reserve van Brandstoftank ongeveer 2,5 l (0,66 U.S. gal) Motorolie 1,8 l (1,9 U.S. quarts) Koelvloeistof 1,8 l (1,9 U.S. quarts) Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen.
TECHNISCHE RICHTLIJNEN MOTOR DRAAIT NIET 1. Contactschakelaar staat op UIT (OFF). – Zet de schakelaar op AAN (ON). 2. De motorstopschakelaar staat UIT (OFF). – Zet de schakelaar op AAN (ON). 3. Transmissie staat niet in VRIJLOOP . – Zet de transmissie in VRIJLOOP of druk de koppelingshendel in. 4.
Pagina 129
TECHNISCHE RICHTLIJNEN MOTOR WENTELT MAAR START NIET (vervolg) 4. Bougie/ontsteking (geen vonk). – Controleer de toestand van de ontstekingszekering. – Verwijder de bougies en verbind de bougiekapjes opnieuw. – Controleer of de contactschakelaar en de motorstopschakelaar op AAN staan. – Start de motor met de bougies geaard aan de motor, weg van de bougiega- ten.
Pagina 130
TECHNISCHE RICHTLIJNEN OVERVERHITTING VAN DE MOTOR (vervolg) 3. Koelventilator draait niet. – Controleer de zekering van de koelventilator, zie ONDERHOUDSINFORMA- TIE. Als de ventilator niet werkt en de zekering wel goed is, neem dan contact op met een erkende Can-Am dealer. MOTORTERUGSLAG 1.
Pagina 131
TECHNISCHE RICHTLIJNEN VOERTUIG BEREIKT MAXIMUMSNELHEID NIET (vervolg) 3. Luchtfilter/behuizing verstopt of vuil. – Controleer de filter en reinig hem indien nodig. – Controleer de afvoer van het luchtfilterhuis op vloeistof/vuilafzetting. TRANSMISSIE SCHAKELT NIET VLOT 1. Motoroliepeil te laag. – Vul de olietank tot het juiste niveau met de aanbevolen olie. 2.
Pagina 132
TECHNISCHE RICHTLIJNEN ______________...
Alle originele Can-Am ATV-onderdelen en -accessoires die worden geïnstalleerd door een erkende BRP dealer op het ogenblik van de levering van de Can-Am ATV bouwjaar 2009, genieten dezelfde garantie als die voor de Can-Am ATV. Deze beperkte garantie is ongeldig en vervalt indien: (i) de ATV ooit werd gebruikt om te racen of voor enige andere vorm van competitie, zelfs indien dit bij een vori- ge eigenaar was;...
– Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onder- delen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende BRP dealer met serviceauto- risatie is;...
BRP. 7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich, naar eigen inzicht, tot de reparatie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en ser-...
Uw Can-Am ATV 2009 kan oorspronkelijk uitgerust zijn met Carlisle of ITP -ban- † † den. Deze banden vallen onder de afzonderlijke garantie van de bandenfabrikant. Neem contact op met de fabrikant of informeer bij uw BRP dealer naar de garan- tiebepalingen en bijstand. ______________...
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garan- tie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
Gebeurt dit toch, dan zijn deze niet afdwingbaar van BRP. BRP behoudt zich het recht voor, deze garantie op elk gewenst ogenblik te wijzigen. Dergelijke wijzigingen zullen echter geen invloed hebben op de ga- rantievoorwaarden die van toepassing waren op producten, die tijdens de geldigheidsduur van deze garantie werden verkocht.
– Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onder- delen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende Can-Am distributeur/dealer met serviceautorisatie is;...
Pagina 141
BRP behoudt zich het recht voor, zijn producten regelmatig te verbeteren of aan te passen, zonder dat hieruit een verplichting voortvloeit om eerder geproduceerde producten aan te passen.
Pagina 142
1. In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garantie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende dealer.
Pagina 143
Sherbrooke, Québec J1L 1W3 Tel.: 819 566-3366 De gegevens van uw distributeur zijn terug te vinden op www.brp.com. * Voor het gebied waarop deze beperkte garantie van toepassing is worden de producten verdeeld door Bombardier Recreational Products Inc. of zijn dochtermaatschappijen.
Alle originele Can-Am ATV-onderdelen en -accessoires die worden geïnstalleerd door een erkende BRP distributeur/dealer op het ogenblik van de levering van de Can-Am ATV bouwjaar 2009, genieten dezelfde garantie. Deze beperkte garantie is ongeldig en vervalt indien: (i) de ATV ooit werd gebruikt om te racen of voor enige andere vorm van competitie, zelfs indien dit bij een vori- ge eigenaar was;...
Pagina 145
– Schade ten gevolge van de verwijdering van onderdelen, onoordeelkundige re- paraties, service, onderhoudswerken, veranderingen of het gebruik van onder- delen die niet werden geproduceerd of goedgekeurd door BRP of ten gevolge van reparaties door een persoon die geen erkende distributeur/dealer met serv- iceautorisatie is;...
Pagina 146
7) WAT BRP ZAL DOEN De verplichtingen van BRP in het kader van deze garantie beperken zich, naar eigen inzicht, tot de reparatie van onderdelen die bij normaal gebruik, onderhoud en ser-...
Pagina 147
In geval van een mengingsverschil of dispuut in verband met deze beperkte garan- tie, stelt BRP voor om samen met de dealer naar een oplossing voor de kwestie te zoeken. We raden u aan het probleem te bespreken met de servicemanager of zaakvoerder van de erkende distributeur/dealer.
Pagina 148
BEPERKTE GARANTIE VAN BRP VOOR DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE: 2009 CAN-AM Voor landen in Europa, het Midden-Oosten, Afrika, Rusland & GOS, dient u contact op te nemen met ons Europese kantoor: BRP EUROPE N.V. Consumer Service Center Skaldenstraat 125 9042 Gent België...
BOMBARDIER RECREATIONAL PRODUCTS INC. Warranty Department 75, J.-A. Bombardier Street Sherbrooke, Québec J1L 1W3 Faxnummer: 819 566-3590 In de VS BRP US INC. Warranty Department 7575 Bombardier Court Wausau WI 54401 Tel.: 715 848-4957 Andere landen van de wereld BRP EUROPEAN DISTRIBUTION...
Wanneer u BRP op de hoogte brengt, zelfs nadat de beperkte garantie is afgelo- pen, kan BRP u bereiken indien dit nodig zou zijn, bijvoorbeeld als er ATV's zouden worden teruggeroepen om veiligheidsredenen. BRP op de hoogte brengen is de verantwoordelijkheid van de eigenaar.
Pagina 151
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR ______________...
Pagina 152
VERANDERING VAN ADRES/EIGENAAR ______________...
Pagina 153
Informeer bij de dealer waar u uw voertuig kocht of uw voertuig werd gere- gistreerd bij BRP. Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat: WAARSCHUWING Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei- den tot ernstige of dodelijke verwondingen.