BEDIENINGSELEMENTEN/INSTRUMENTEN/ UITRUSTING
1) Gashendel
De gashendel bevindt zich rechts aan
het stuur.
Wanneer hij wordt ingedrukt verhoogt
het motortoerental tot het juiste niveau
om de schakeling naar de gekozen ver-
snelling toe te laten.
Zodra de hendel wordt losgelaten
keert de motor automatisch terug naar
stationair toerental en vertraagt het
voertuig geleidelijk.
vmo2008-011-001_a
1. Gashendel
2. Om te versnellen
3. Om te vertragen
WAARSCHUWING
Laat de gashendel altijd los voor-
dat u schakelt. Wanneer u schakelt
terwijl u gas geeft kunt u de con-
trole verliezen en kan het voertuig
kantelen of mechanische schade
oplopen.
Onthoud tijdens het lezen van deze Gebruikershandleiding, dat:
Duidt op een mogelijk gevaar dat, indien het niet wordt vermeden, kan lei-
den tot ernstige of dodelijke verwondingen.
______________
60
2) Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich rechts
aan het stuur.
Druk deze hendel in om de voorrem-
men te activeren. Wanneer hij wordt
losgelaten moet de hendel automa-
tisch terugkeren naar zijn oorspronke-
lijke stand. Het remeffect is evenredig
met de kracht die op de hendel wordt
uitgeoefend.
vmo2008-011-002_a
1. Remhendel
2. Om te remmen
Afregeling voorremhendel
De remhendel kan worden afgeregeld
volgens de voorkeuren van de bestuur-
der. Draai de regelnok van stand 0 naar
4; in stand 0 staat de remhendel het
verst van het stuur.
Valideer de afregeling van de remhen-
del terwijl u op het voertuig zit, door
het lagere cijfer op de regelnok te ge-
bruiken.
WAARSCHUWING