Verlichting
Rijverlichting ................................ 69
Rijverlichting
Lichtschakelaar
Draai aan het stelwiel totdat het witte
merkje overeenkomt met het
symbool:
8 : uit (contact aan)/dagrijverlich-
ting (contact uit)
D : dimlicht/grootlicht
2 : automatische verlichting scha-
kelt automatisch tussen dagrij-
licht en koplamp
Controlelamp F 3 60.
Verlichting
Achterlichten
De achterlichten branden samen met
het dimlicht/grootlicht en de zijmarke-
ringslichten.
Automatische verlichting
Wanneer de automatische verlichting
is ingeschakeld en de motor loopt,
wordt er afhankelijk van het omge-
vingslicht automatisch gewisseld
tussen dagrijlicht en automatische
verlichting.
69