140
Rijden en bediening
kortstondig, is het zaak om de speci‐
ale onderhoudsinstructies onder
"Zware omstandigheden" nauwgezet
op te volgen.
Neem voor meer informatie contact
op met een dealer of een erkende
werkplaats.
Voorzichtig
Het gebruik van andere soorten
(bio-)brandstoffen (pure of
verdunde plantaardige of dierlijke
oliën, stookolie etc.) is streng
verboden (vanwege het gevaar
voor schade aan motor en brand‐
stofsysteem).
Let op
De enige toegestane diesel-additie‐
ven zijn additieven die voldoen aan
de norm B715000.
Rijden bij lage temperaturen
Bij temperaturen onder 0 °C kunnen
sommige dieselproducten met bijge‐
mengde biodiesel aankoeken, bevrie‐
zen of gelvormig worden, waardoor
het brandstoftoevoersysteem moge‐
lijk minder goed werkt. Starten en
draaien van de motor werken moge‐
lijk niet goed. Tank bij temperaturen
onder 0 °C altijd winterdiesel.
Bij extreem lage temperaturen onder
-20 °C kan dieselbrandstof met een
kwaliteit voor zeer lage temperaturen
worden gebruikt. Gebruik deze
brandstofkwaliteit bij voorkeur niet in
warme of tropische klimaten, omdat
hierdoor de motor kan afslaan of
slecht start en het brandstofinspuit‐
systeem schade kan oplopen.
Afsluiting brandstofsysteem
Bij een aanrijding sluit het brandstof‐
afsluitsysteem de brandstoftoevoer
naar de motor en de voeding van de
auto automatisch af.
Zodra het systeem de brandstoftoe‐
voer afsluit, worden de alarmknipper‐
lichten, de zijmarkeringslichten en de
interieurverlichting ingeschakeld en
worden de portieren ontgrendeld.
Voorzichtig
Controleer na een aanrijding en
voordat u deze voedingen weer
aansluit of er geen brandstoflek‐
ken of vonken zijn om brandge‐
vaar te voorkomen.
Druk om de brandstoftoevoer te
herstellen op de knop op het afsluit‐
mechanisme van de brandstoftoe‐
voer.
Deze zit in het interieur.