9 Waarschuwing
Uitstappen uit de auto is gevaarlijk
als de handrem niet stevig aange‐
trokken is. De auto kan in bewe‐
ging komen.
Stap niet uit als het aandrijvings‐
systeem nog werkt, de auto kan
plotseling in beweging komen. U
of anderen kunt/kunnen letsel
oplopen. Trek om te voorkomen
dat de auto kan bewegen, zelfs als
de auto op een vlakke ondergrond
staat, altijd de handrem aan en
selecteer N.
Achteruitversnelling R
Gebruik deze versnelling om achter‐
uit te rijden.
Vanuit en naar R schakelen:
1. Breng de auto tot stilstand.
2. U schakelt naar R door het rempe‐
daal in te trappen en op R te druk‐
ken.
Trap om R uit te schakelen het
rempedaal in en schakel de
gewenste versnelling in.
Voorzichtig
Bij overschakelen naar R terwijl u
vooruit rijdt, kan de elektrische
aandrijving beschadigd raken.
Schakel alleen over naar R als de
auto stilstaat.
Rijmodus D
Deze stand is voor vooruitrijden.
Voorzichtig
Als de auto langzaam lijkt te acce‐
lereren of niet reageert wanneer u
sneller wilt rijden, rijd dan niet
verder. De elektrische aandrijving
kan beschadigd zijn. Neem zo
snel mogelijk contact op met een
werkplaats.
Rijden en bediening
Handgeschakelde
versnellingsbak
Trap om de achteruitversnelling in te
schakelen het koppelingspedaal in,
haal de ring onder de schakelhendel
omhoog en haal de hendel helemaal
naar links en naar voren.
Als de versnelling niet wordt inge‐
schakeld, zet dan de keuzehendel in
de neutrale stand, laat de koppeling
opkomen en trap opnieuw op het
koppelingspedaal. Schakel vervol‐
gens opnieuw.
Laat de koppeling niet onnodig slip‐
pen.
103