Inhoudsopgave
Advertenties
12
Sleutels, portieren en ruiten
Antidiefstalbeveiliging
Vergrendelingssysteem
9 Waarschuwing
Niet inschakelen als er zich perso‐
nen in de auto bevinden! Ontgren‐
delen van de binnenzijde is niet
mogelijk.
Alle portieren worden tegen openen
beveiligd. Voor activering van het
systeem moeten alle portieren geslo‐
ten zijn.
Door het ontgrendelen van de auto
wordt het mechanische vergrende‐
lingssysteem gedeactiveerd. Dit is
niet mogelijk met de centrale vergren‐
delingstoets.
Inschakelen
Druk binnen 3 seconden tweemaal op
b van de handzender.
Het inschakelen wordt bevestigd door
drie keer knipperen van de alarmknip‐
perlichten en de led in de knop voor
de centrale vergrendeling in het inte‐
rieur.
Diefstalalarmsysteem
Het diefstalalarmsysteem bewaakt:
● portieren, motorkap
● hellingshoek van de auto, zoals
bij het wegslepen
● ontsteking
Activering
Alle portieren, de bagageruimte en de
motorkap moeten gesloten zijn.
Druk op b op de handzender.
Melding
Een geluidssignaal geeft aan of het
diefstalalarmsysteem ingeschakeld
is.
Deactivering
Bij het ontgrendelen van de auto
wordt het diefstalalarmsysteem
gedeactiveerd.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
