Inhoudsopgave
Advertenties
Brandt of knippert bij een lopende
motor
Stoppen, motor afzetten. Accu wordt
niet opgeladen. Motorkoeling wordt
mogelijk onderbroken. De rembekr‐
achtiger werkt eventueel niet meer.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Storingsindicatielamp
W brandt geel.
Storing in het uitlaatgasreinigingssys‐
teem. De toegestane emissiewaar‐
den worden mogelijk overschreden.
Breng de auto zo spoedig mogelijk tot
stilstand en schakel de motor uit.
9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Service-indicatie
m brandt op het Driver Information
Center of + brandt geel.
De auto vergt een onderhoudsbeurt.
Instrumenten en bedieningsorganen
Kan oplichten in combinatie met een
ander controlelampje of een melding
in het driver information center.
Als + brandt, is er een minder
ernstige storing gedetecteerd.
Als + brandt en er een bijbehorend
bericht verschijnt, is er een ernstige
storing gedetecteerd.
9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Remsysteem
h brandt rood.
Brandt korte tijd als het contact wordt
ingeschakeld.
h gaat branden als het remvloeistof‐
peil te laag is 3 155. h en i bran‐
den bij een storing in het remsysteem.
9 Waarschuwing
Stoppen. De auto meteen stilzet‐
ten. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Remsysteem 3 104.
Slijtage van remblokken
f brandt geel.
De remblokken voor zijn versleten.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Handrem
h brandt rood.
Controlelamp h blijft branden
wanneer de handrem wordt aange‐
trokken en dooft wanneer de hand‐
rem wordt losgezet 3 105.
Antiblokkeersysteem (ABS)
i brandt geel.
Brandt korte tijd als het contact wordt
ingeschakeld. Het systeem is na het
doven van i klaar voor gebruik.
57
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
