Service-display terugzetten
Na een onderhoudsbeurt of motoro‐
lieverversing moeten de waarden
worden teruggezet. U zet de waarden
terug door het contact in te schakelen
en het rem- en gaspedaal gedurende
meer dan 15 seconden in te trappen.
Boordcomputer 3 65.
Driver Information Center 3 62.
Service-informatie 3 188.
Controlelampen
De beschreven controlelampjes zijn
niet in alle auto's aanwezig. Deze
beschrijving geldt voor alle instru‐
mentuitvoeringen. Afhankelijk van de
uitrusting kan de positie van de
controlelampjes verschillen. Bij het
inschakelen van het contact lichten
de meeste controlelampjes korte tijd
op om de functionaliteit te testen.
Betekenis kleuren controlelampjes:
Rood : gevaar, belangrijke herinne‐
ring
Geel
: waarschuwing, aanwijzing,
storing
Instrumenten en bedieningsorganen
Groen : inschakelbevestiging
Blauw : inschakelbevestiging
Overzicht
Buitentemperatuur 3 49
n
; / : Richtingaanwijzers 3 56
Gordelverklikker 3 56
a
Airbags en gordelspanners
d
3 56
Laadsysteem 3 56
S
Storingsindicatielampje
W
3 57
m / + Laat auto spoedig nakijken
3 57
Remsysteem 3 57
h
Handrem 3 57
Slijtage van remblokken
f
3 57
Antiblokkeersysteem (ABS)
i
3 57
Schakelen 3 58
l
Luchtvering 3 58
S
Stuurbekrachtiging 3 58
g
d / Q /
Lane Departure Warning
3 58
e
Elektronische stabiliteitsre‐
J
geling en Traction Control-
systeem 3 58
Koelvloeistoftemperatuur
V
3 58
Voorverwarmen 3 59
z
Roetfilter 3 59
t
AdBlue 3 59
u
Bandenspanningscontrole‐
q
systeem 3 59
Motoroliedruk 3 59
T
Te laag brandstofpeil
r
3 60
Brandstoffilter aftappen
h
3 60
Startbeveiliging 3 60
M
Stop-startsysteem 3 60
n
Dimlicht 3 60
F
Groot licht 3 60
A
Grootlichtassistentie 3 60
B
55