164
Verzorging van de auto
5. Ga als volgt te werk om de lampen
1 t/m 3 te vervangen:
Draai de lamp linksom eruit.
Plaats een nieuwe lamp in de
lampfitting.
Ga als volgt te werk om de lampen
4 en 5 te vervangen:
Haal de lamp uit de lampfitting
door deze eruit te trekken.
Plaats een nieuwe lamp in de
lampfitting.
Carrosserievarianten
1. Draai de vier bevestigingsbouten
eruit. Trek de glasmodule eruit.
2. Vervang de betreffende lamp:
Richtingaanwijzer/alarmknipper‐
licht (1)
Remlicht (2)
Parkeerlicht (3)
Achteruitrijlicht (4)
Mistachterlicht (5)
3. Ga als volgt te werk om de lampen
1 en 2 te vervangen:
Draai de lamp linksom eruit.
Plaats een nieuwe lamp in de
lampfitting.
Ga als volgt te werk om de lampen
3 t/m 5 te vervangen:
Haal de lamp uit de lampfitting
door deze eruit te trekken.
Plaats een nieuwe lamp in de
lampfitting.
Zijrichtingaanwijzers
Demonteer voor het vervangen van
de gloeilamp de lampbehuizing:
1. Draai de twee bevestigingsbouten
eruit.