158
Verzorging van de auto
● Verwijder u bij een incident of
ongeval van de auto. De uitstro‐
mende gassen zijn ontvlambaar
en kunnen brand veroorzaken.
● Vul bij een te laag koelvloeistof‐
peil koelvloeistof bij en laat de
oorzaak van het koelvloeistofver‐
lies door een werkplaats verhel‐
pen.
Dieselbrandstofsysteem
ontluchten
Na het leegrijden van de tank moet
het dieselbrandstofsysteem worden
ontlucht. Tank ten minste vijf liter
diesel. Schakel het contact gedu‐
rende ongeveer 60 seconden in en
weer uit. Laat de motor ronddraaien.
Als de motor niet start, dit proces
enkele malen herhalen. Slaat de
motor dan niet aan, de hulp van een
werkplaats inroepen.
Wisserblad vervangen
Voorruit
Schakel de ontsteking uit.
Til de ruitenwisserarm op tot deze
omhoog blijft staan, druk op de knop
om het wisserblad los te klikken en
verwijder het.
Maak het ruitenwisserblad vast aan
de ruitenwisserarm en druk het in tot
het vastklikt.
Breng de ruitenwisserarm voorzichtig
omlaag.
Gloeilamp vervangen
Controleer vóór het vervangen van
een lamp of alle rijverlichting en
binnenverlichting en het contact
uitgeschakeld zijn. Alle portieren
moeten gesloten zijn.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting
vastpakken. Het glas van de lamp niet
met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
lamp gebruiken.
Vervang de gloeilampen van de
koplampen vanuit de motorruimte.
Laat defecte led-lampen door een
werkplaats vervangen.
Lampcontrole
Schakel het contact in na het vervan‐
gen van een lamp en bedien en
controleer de lichten.
Halogeenkoplampen
Halogeenkoplampen met aparte
lampen voor dimlicht, grootlicht en de
zijmarkeringslichten/dagrijverlichting.