Mistlampen voor
G brandt groen.
Brandt bij ingeschakelde voorste
mistlampen 3 73.
Mistachterlicht
H brandt geel.
Brandt bij ingeschakeld mistachter‐
licht 3 73.
Cruise control
v brandt groen.
Het systeem is ingeschakeld.
Cruisecontrol 3 110.
Voorligger gedetecteerd
i brandt of knippert geel of rood.
i licht geel op en er verschijnt een
waarschuwingsbericht op het Driver
Information Center wanneer de volg‐
afstand te klein wordt.
i licht rood op en er verschijnt een
waarschuwingsbericht op het Driver
Information Center in combinatie met
Instrumenten en bedieningsorganen
een geluidssignaal wanneer er een
botsing dreigt en de bestuurder
onmiddellijk moet ingrijpen.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 119.
Actief noodstopsysteem
m brandt of knippert geel.
Brandt
Het systeem is gedeactiveerd of er is
een fout gedetecteerd.
Als er een storing is gedetecteerd,
brandt + mogelijk ook.
Ook verschijnt er een waarschu‐
wingsbericht op het Driver Informa‐
tion Center.
Roep bij een systeemstoring de hulp
van een werkplaats in.
Knippert
Het systeem grijpt actief in.
Afhankelijk van de situatie kan de
auto automatisch licht of sterk afrem‐
men.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 119.
Actieve noodrem 3 116.
Snelheidsbegrenzer
j brandt op het Driver Information
Centre.
De snelheidsbegrenzer is geacti‐
veerd.
Als k brandt, is de snelheidsbegren‐
zer geselecteerd maar niet geacti‐
veerd.
Snelheidsbegrenzer 3 114.
Portier open
P brandt.
Brandt bij ingeschakeld contact
wanneer er een portier of de bagage‐
ruimte open is.
61