Het systeem wordt niet gedeactiveerd
door het voorportier te ontgrendelen
met de sleutel of met de centrale-
vergrendelingstoets in het interieur.
Alarm
Bij activering klinkt de alarmsirene en
gaan de alarmknipperlichten tegelij‐
kertijd knipperen. Voor het aantal en
de duur van de alarm signalen verwij‐
zen we naar de toepasselijke wetge‐
ving.
U kunt het diefstalalarm uitschakelen
door op a te drukken of het contact in
te schakelen.
Een geactiveerd alarm dat niet door
de bestuurder is onderbroken, wordt
aangegeven door oplichten van M
gedurende ongeveer 10 seconden
wanneer het contact wordt ingescha‐
keld.
Storing
Roep als er een ander geluidssignaal
klinkt na het inschakelen met goed
gesloten portieren en motorkap de
hulp van een werkplaats in.
Auto vergrendelen zonder het
diefstalalarm te activeren
Vergrendel de auto door het voorpor‐
tier met de sleutel te vergrendelen.
Startbeveiliging
Let op
De startbeveiliging vergrendelt de
portieren niet. De auto na het verla‐
ten altijd vergrendelen 3 7.
Schakel het diefstalalarmsysteem in
3 12.
In sleutel geïntegreerde
startbeveiliging
Het systeem is onderdeel van de
contactschakelaar en controleert of
de auto met de sleutel mag worden
gestart.
De startbeveiliging wordt automatisch
geactiveerd.
Let op
RFiD-tags (Radio Frequency Identi‐
fication) kunnen de werking van de
sleutel storen. Houd de tag bij het
starten uit de buurt van de sleutel.
Sleutels, portieren en ruiten
Buitenspiegels
Bolle vorm
Door de vorm van de spiegel lijken
voorwerpen kleiner dan ze zijn, waar‐
door afstanden moeilijker zijn in te
schatten.
Dodehoeksysteem 3 123.
Elektrische verstelling
Selecteer de betreffende buitenspie‐
gel.
Als de knop in de middelste stand
staat, is er geen spiegel geselec‐
teerd.
13