wAfdrukken
e Afdrukeffecten aanpassen
Helderheid
Hier stelt u de helderheid van de opname in.
Levels aanp.
Als u [Manual] selecteert, kunt u de spreiding
van het histogram wijzigen en de helderheid
en het contrast van de opname aanpassen.
Wanneer het scherm voor levels aanpassen wordt
weergegeven, drukt u op de knop <B> om de
h
positie van <
<ZO> om de schaduw (0-127) en de helderheid (128-255) te wijzigen.
kVerhelderen
Effectief bij tegenlicht. Door tegenlicht kan het gezicht van de gefotografeerde persoon er
donker uitzien. Als [Aan] is ingesteld, wordt het gezicht voor het afdrukken helderder gemaakt.
Rode ogen co.
Effectief bij rode ogen op foto's die met een flitser zijn gemaakt. Als
[Aan] is ingesteld, worden rode ogen voor het afdrukken gecorrigeerd.
De effecten [
scherm weergegeven.
Selecteer [Detail inst.] om het [Contrast], de [Verzadiging], de
[Kleurtoon] en de [Kleurbalans] aan te passen. Wijzig de waarden om
de [Kleurbalans] aan te passen: B staat voor blauw, A voor amber,
M voor magenta en G voor groen. De kleurbalans van de opname wordt
op basis van de geselecteerde kleur gecorrigeerd.
Als u [Wis alle] selecteert, worden de standaardinstellingen van alle
afdrukeffecten hersteld.
272
> te wijzigen. Druk op de knop <YA>/
k
Verhelderen] en [Rode ogen co.] worden niet op het
Selecteer het afdrukeffect zoals beschreven
bij stap 4 op pagina 270. Als het pictogram
<ze> helder wordt weergegeven, kunt
u op de knop <B> drukken. Vervolgens
kunt u het afdrukeffect aanpassen. De selectie
die u bij stap 4 hebt gemaakt, bepaalt wat u
kunt aanpassen en wat er wordt weergegeven.