3
Speedlite-functies instellenN
U kunt de Speedlite-functies instellen via het menu. Deze informatie
is alleen van toepassing op compatibele Speedlite-flitsers uit de
EX-serie die op de camera zijn bevestigd.
De instellingsprocedure is hetzelfde als voor het instellen van een menufunctie van de camera.
[Flitsen]
[E-TTL II meting]
220
Selecteer [Externe Speedlite besturing].
Selecteer op het tabblad [A1] de
optie [Externe Speedlite besturing]
en druk vervolgens op <Q/0>.
X
Het scherm voor bediening van een
externe Speedlite wordt weergegeven.
Stel deze optie normaliter in op [Inschakelen].
Als [Uitschakelen] is ingesteld, zal de externe
Speedlite niet flitsen. Dit is nuttig wanneer u
alleen het AF-hulplicht van de flitser wilt gebruiken.
Wanneer u een Speedlite 90EX gebruikt en de
opnamemodus is ingesteld op <A>
(Automatisch/scène), <2> (Portret), <4>
(Close-up) of <6> (Nacht portret), wordt de
flitser altijd geactiveerd, ongeacht de instelling
van deze optie. Als de opnamemodus is
ingesteld op <C> (Automatisch/creatief), kunt
u [Autom. flits], [Flitser aan] of [Flitser uit]
selecteren via het scherm Snel instellen.
Voor normale flitsbelichtingen stelt u
deze optie in op [Evaluatief].
De instelling [Gemiddeld] is voor
gevorderde gebruikers. Net als bij een
externe Speedlite wordt het gemiddelde van
het meetgebied genomen. Het kan nodig zijn
om flitsbelichtingscompensatie te gebruiken.