3 Correctie helderheid randen/Chromatische correctie
Chromatische correctie
Bij de instelling [Inschakelen] neemt de maximale opnamereeks voor
continu-opnamen aanzienlijk af.
Als u een RAW-opname weergeeft waarvan de chromatische afwijking is
gecorrigeerd, wordt de opname zonder de toegepaste chromatische
correctie weergegeven. Controleer de chromatische correctie met Digital
Photo Professional (meegeleverde software, pag. 340).
164
1
Selecteer de instelling.
Controleer of [Correctiegegevens
beschikbaar] wordt weergegeven
voor het gebruikte objectief.
Selecteer [Chromatische afw.] en
druk vervolgens op <Q/0>.
Selecteer [Inschakelen] en druk
vervolgens op <Q/0>.
Als [Correctiegeg. niet
beschikbaar] wordt weergegeven,
raadpleegt u 'Correctiegegevens voor
het objectief' op de volgende pagina.
2
Maak de opname.
De opname wordt vastgelegd met de
gecorrigeerde chromatische afwijking.