i Continu-opnamen
Opnametips
Stel ook de AF-bediening (pag. 130) in dat bij het onderwerp
past.
• Voor een bewegend onderwerp
Wanneer u een EF-M-objectief gebruikt en [Servo AF] en
[AF-methode] zijn beide ingesteld, wordt bij continu-opnamen
continu scherpgesteld op een bewegend onderwerp.
• Voor niet-bewegende onderwerpen
Als 1-beeld AF is ingesteld, stelt de camera tijdens continu-
opnamen slechts eenmaal scherp.
De snelheid bij continu-opnamen (maximale aantal frames per
seconde) is afhankelijk van de instellingen voor AF-bediening en het
gebruikte objectief.
1-beeld AF
ca. 4,3 bps
* Tijdens continu-opnamen is de AF-bediening voor de opnamen na de eerste
opname als volgt:
• Als er een EF-M-objectief is bevestigd: De camera blijft voortdurend
scherpstellen op het onderwerp.
• Als er een EF- of EF-S-objectief is bevestigd: Focusvergrendeling
wordt gebruikt.
De snelheid van continu-opnamen kan afnemen als u onderwerpen
fotografeert waarvan de helderheid aanzienlijk verandert.
Afhankelijk van het gebruikte objectief kan het beeld op het LCD-
scherm tijdens continu-opnamen donkerder lijken. De opnamen
worden echter met de juiste belichting vastgelegd.
Als de ISO-snelheid is ingesteld op ISO 12800 of hoger, kan de
helderheid van het LCD-scherm alleen worden ingesteld op een
waarde tussen 1 en 4.
134
AF-bediening
EF-M 18-55mm f/3.5-5.6 IS STM: ca. 1,7 bps
EF-M 22mm f/2 STM: ca. 1,2 bps
EF- en EF-S-objectieven: ca. 4,3 bps
Servo AF