3 De kijktijd instellen
U kunt aanpassen hoe lang de foto direct na de opname op het LCD-
scherm wordt weergegeven. Als [Uit] is ingesteld, wordt de opname niet
direct na het maken weergegeven. Als [Vastzetten] is ingesteld, wordt
de opname weergegeven totdat de tijd van de instelling
[LCD uitschakelen] is verstreken.
Als u tijdens het weergeven van een opname functies van de camera
gebruikt, bijvoorbeeld als u de ontspanknop half indrukt, wordt de
weergave beëindigd.
3 Het raster weergeven
Door een raster op het LCD-scherm weer te geven, kunt u de
opname controleren op horizontale en verticale kantelingen. Er zijn
twee rasterpatronen.
Selecteer op het tabblad [A1] de
optie [Kijktijd] en druk vervolgens
op <Q/0>. Selecteer de
gewenste instelling en druk vervolgens
op <Q/0>.
Selecteer op het tabblad [A1] de optie
[Rasterweergave] en druk vervolgens
op <Q/0>. Selecteer [Raster 1l]
of [Raster 2m] en druk vervolgens op
<Q/0>.
Handige functies
205