De scherpstelmethode wijzigen
u(gezicht)+volgen: c
Gezichten worden herkend en er wordt hierop scherpgesteld. Indien een
gezicht beweegt, beweegt het AF-punt <p> mee om het gezicht te volgen.
118
1
Controleer het AF-punt.
Wanneer er een gezicht wordt herkend, wordt
het AF-punt <p> weergegeven op het
gezicht waarop zal worden scherpgesteld.
U kunt ook op het scherm tikken om het gezicht
of onderwerp te selecteren. Indien het onderwerp
niet een gezicht is, wordt <
Als er geen gezichten worden
gedetecteerd of als u op het scherm
tikt maar geen gezicht of onderwerp
selecteert, schakelt de camera over
naar [FlexiZone - Multi] voor
automatische selectie (pag. 120).
2
Stel scherp op het onderwerp.
Druk de ontspanknop half in om
scherp te stellen.
X
Als de scherpstelling is bereikt, wordt
het AF-punt groen en klinkt er een
pieptoon. (Als [AF-bediening] is
ingesteld op [Servo AF], blijft het AF-
punt wit en klinkt er geen pieptoon.)
X
Als de scherpstelling niet wordt
bereikt, wordt het AF-punt oranje.
3
Maak de opname.
Druk de ontspanknop helemaal
in (pag. 67).
> weergegeven.