Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Canon EOS M Instructiehandleiding pagina 121

Inhoudsopgave

Advertenties

Als automatische AF-puntselectie is ingeschakeld maar de camera niet
scherpstelt op het gewenste doelonderwerp, stelt u de AF-methode in op
zoneselectie of [FlexiZone - Single] en probeert u opnieuw scherp te stellen.
Het aantal beschikbare AF-punten is afhankelijk van de beeldverhoudingsinstelling.
Bij [3:2] zijn er 31 AF-punten. Bij [1:1] en [4:3] zijn er 25 AF-punten. En bij
[16:9] zijn er 21 AF-punten. Bij [16:9] zijn er slechts drie zones.
Voor het maken van filmopnamen zijn er 21 AF-punten (of 25 AF-punten indien
[640x480] is ingesteld) en drie zones (of 9 zones indien [640x480] is ingesteld).
FlexiZone - Single: d
Omdat er slechts één AF-punt wordt gebruikt om scherp te stellen, kunt u
scherpstellen op het gewenste onderwerp.
AF-punt
1
Verplaats het AF-punt.
Tik op het scherm op het punt waarop u wilt
scherpstellen om het AF-punt te
verplaatsen. (Het AF-punt kan niet naar de
randen van het beeld worden verplaatst.)
Druk op de knop <XL> om het AF-punt
weer naar het midden te verplaatsen.
2
Stel scherp op het onderwerp.
Richt het AF-punt op het onderwerp
en druk de ontspanknop half in.
X
Als de scherpstelling is bereikt, wordt
het AF-punt groen en klinkt er een
pieptoon. (Als [AF-bediening] is
ingesteld op [Servo AF], blijft het AF-
punt wit en klinkt er geen pieptoon.)
X
Als de scherpstelling niet wordt
bereikt, wordt het AF-punt oranje.
3
Maak de opname.
Druk de ontspanknop helemaal
in (pag. 67).
De scherpstelmethode wijzigen
121

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave