D Een flitser gebruiken
Uitschakelfunctie voor op de camera bevestigde flitser
Wanneer u de camera uitschakelt <2> nadat u een opname hebt
gemaakt met een Speedlite 90EX bevestigd op de camera, wordt de
Speedlite ook uitgeschakeld <2>. Afhankelijk van het gebruik kan
het echter voorkomen dat de Speedlite niet wordt uitgeschakeld
wanneer u de camera uitschakelt.
Opnametips
Als de opname te donker is.
In de creatieve modi a, f, s of d moet u de afstand tot het
onderwerp verkleinen of de ISO-snelheid verhogen. Door de ISO-
snelheid te verhogen, kunt u het flitsbereik vergroten.
In andere opnamemodi moet u de afstand tot het onderwerp
verkleinen. Maak vervolgens een nieuwe foto.
Invulflitsen
Om onderwerpen met tegenlicht te fotograferen, selecteert u
[Evaluatief] voor [E-TTL II meting] (pag. 220). Met de functie
voor invulflitsen kunt u het gezicht van het onderwerp helderder
weergeven.
Verlaag de ISO-snelheid bij fel licht. (modus a, f, s of d)
Verlaag de ISO-snelheid als de belichtingsinstelling op het LCD-
scherm knippert.
Verwijder de zonnekap van het objectief en bewaar een afstand
tot het onderwerp van minstens 1 meter.
Als er een zonnekap op het objectief is bevestigd of als u te dicht bij
het onderwerp staat, kan de onderzijde van de opname er donker
uitzien doordat de flitser wordt belemmerd. Controleer bij belangrijke
opnamen op het LCD-scherm of de flitsbelichting er natuurlijk uit ziet
(niet donker onderaan).
Wanneer u vatting adapter EF-EOS M gebruikt, kan het licht van de flitser
gedeeltelijk worden belemmerd, waardoor op het onderste deel van de
opname een schaduw te zien kan zijn.
140