Belichtingscompensatie instellenN
y Flitsbelichtingscompensatie
Stel de flitsbelichtingscompensatie in wanneer de belichting van het onderwerp anders uitvalt dan
gewenst. U kunt de belichtingscompensatie instellen op maximaal ±2 stops met tussenstappen van 1/3.
Als [A3: Auto Lighting Optimizer/A3: Auto optimalisatie helderheid] (pag. 159) is
ingesteld op iets anders dan [Deactiveren], kan de opname nog steeds licht zijn, zelfs als er
een kleinere belichtingscompensatie of kleinere flitsbelichtingscompensatie is ingesteld.
U kunt de flitsbelichtingscompensatie ook instellen met [Flits functie
instellingen] in [A1: Externe Speedlite besturing] (pag. 222).
154
Geef het scherm B Snel
1
instellen weer.
2
Selecteer [y].
Druk op de knop <Wj/i>/<XL>/
<YA>/<ZO> om [y*] te selecteren.
X
[Flitsbelichtingscomp.] wordt
onderin weergegeven.
3
Stel de waarde voor de belichtingscompensatie in.
Draai het instelwiel <5> naar rechts om de
flitsbelichting lichter te maken. (langere belichting)
Draai het instelwiel <5> naar links om de
flitsbelichting donkerder te maken. (kortere belichting)
U kunt ook op <Q/0> drukken om het instelscherm
weer te geven. Tik op [Y]/[Z] of draai aan het instelwiel
<5> om de belichtingscompensatie aan te passen.
X
Als u op [2] tikt, wordt het pictogram
<y> weergegeven.
Nadat u de opname hebt gemaakt, kunt u de
flitsbelichtingscompensatie annuleren door
deze op 0 in te stellen.