Q A Aangepaste beeldstijlen vastleggenN
U kunt een basisbeeldstijl selecteren, zoals [Portret] of [Landschap],
de parameters daarvan naar wens aanpassen en de stijl vervolgens
vastleggen onder [Gebruiker 1], [Gebruiker 2] of [Gebruiker 3].
U kunt meerdere beeldstijlen maken met andere parameterinstellingen,
zoals scherpte en contrast.
U kunt ook de parameters aanpassen van een beeldstijl die met EOS
Utility (meegeleverde software, pag. 340) op de camera is vastgelegd.
170
1
Geef het scherm Snel instellen
weer.
2
Tik op [D].
3
Tik op een gebruiker om deze te
selecteren.
Selecteer een stijl voor [Gebruiker *]
en druk vervolgens op <B>.
X
Het scherm met detailinstellingen
wordt weergegeven.
4
Selecteer de basisbeeldstijl.
Tik op de beeldstijl die u als basis
wilt gebruiken.
Als u de parameters wilt aanpassen
van een beeldstijl die met de EOS
Utility (meegeleverde software) op
de camera is vastgelegd, selecteert u
hier de beeldstijl.