f Automatische sensorreiniging
Als u de camera in- of uitschakelt (<1> of <2>) of als de camera
automatisch wordt uitgeschakeld, wordt de zelfreinigende sensor automatisch
ingeschakeld om stof van de beeldsensor te verwijderen. Normaal gesproken
is de reinigingseenheid actief zonder dat u daar iets van merkt. U kunt de
zelfreinigende sensor indien nodig ook zelf in- of uitschakelen.
De sensor nu reinigen
Voor het beste resultaat plaatst u de camera tijdens de sensorreiniging
rechtop en stabiel op een tafel of een ander plat oppervlak.
Wanneer u de sensorreiniging een aantal keren herhaalt, wordt het
resultaat niet echt beter. Direct na het reinigen van de sensor is de optie
[Reinig nu
1
Selecteer [Sensorreiniging].
2
Selecteer [Reinig nu
X
X
f
] tijdelijk niet beschikbaar.
Selecteer op het tabblad [53] de
optie [Sensorreiniging] en druk
vervolgens op <Q/0>.
Selecteer [Reinig nuf] en druk
vervolgens op <Q/0>.
Selecteer [OK] in het dialoogvenster
en druk op <Q/0>.
Op het scherm wordt aangegeven dat de
sensor wordt gereinigd. Er klinkt een
sluitergeluid, maar er wordt geen foto gemaakt.
Sensorreiniging wordt ook uitgevoerd
als er geen objectief is bevestigd. Als
er geen objectief is bevestigd, mag u
uw vinger of een blaasbuisje niet
verder dan de objectiefbevestiging in
de camera steken. Dit om schade
aan de sluitergordijnen te voorkomen.
De camera wordt opnieuw gestart.
f
].
225