Q Portret
Voor mooie huidskleurtinten. De opname heeft zachtere kleuren.
Geschikt voor portretten in close-up.
Door de [Kleurtoon] te wijzigen (pag. 168), kunt u de
huidskleurtint aanpassen.
R Landschap
Voor levendige blauwe en groene tinten en zeer scherpe en
heldere opnamen. Gebruik deze instelling voor indrukwekkende
landschappen.
S Neutraal
Deze beeldstijl is geschikt voor gebruikers die er de voorkeur aan
geven om opnamen met de computer te verwerken. Natuurlijke
kleurtonen en een ingetogen uitstraling.
U Natuurlijk
Deze beeldstijl is geschikt voor gebruikers die er de voorkeur aan
geven om opnamen met de computer te verwerken. Wanneer het
onderwerp wordt vastgelegd bij een kleurtemperatuur van 5200 K,
wordt de kleur colorimetrisch aangepast aan de kleur van het
onderwerp. Levendige kleuren worden onderdrukt om ingetogen
opnamen te produceren.
V Monochroom
Voor zwart-witopnamen.
Zwart-witopnamen die zijn vastgelegd in een ander bestandsformaat
dan 1 kunnen niet worden teruggezet naar kleur. Als u later
opnamen in kleur wilt maken, dient u ervoor te zorgen dat de
instelling [Monochroom] is geannuleerd.
W Gebruiker 1-3
U kunt een standaardstijl, zoals [Portret], [Landschap], een
beeldstijlbestand, enzovoort opslaan en deze naar wens
aanpassen (pag. 170). Als er geen beeldstijl wordt vastgelegd, zal
de instelling identiek zijn aan de standaardinstelling
[Automatisch].
A De beste beeldstijl voor het onderwerp selecterenN
115