Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Real-Time Ecg Analoge/Defib.sync-Specificaties - Welch Allyn Propaq CS 242 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

94
Naslag
Kenmerk
Nauwkeurigheid HF
Methode voor bepalen
gemiddelde hartfrequentie
Drifttolerantie (AAMI-
specificatie EC13-1992,
3.2.6.3)
Pacer-scherm
Afwijzing pacerpuls
Ventriculaire bigeminie (VB) 78 tot 81 bpm (80 bpm verwacht)
Langzaam alternerende VB 57 tot 65 bpm (60 bpm verwacht)
Snel alternerende VB
Bidirectionele systole
1mV ventriculaire
tachycardie
2mV ventriculaire
tachycardie

Real-time ECG analoge/defib.sync-specificaties

Voor het aansluiten van de defib.sync.-connector op een Physio-Control LIFEPAK 5 of
LIFEPAK 6s-defibrillator zijn speciale kabels nodig. In simulatiemodus is de sync. en
real-time ECG-uitvoer niet actief.
Signaal
Sync. - uitgaand
Real-time ECG - uitgaand
Markering - ingaand (alleen defib.sync.) Normaal 0V ingaand, bij puls van ±3 tot ±15 V gedurende 10-70 ms verschijnt
Afscherming
Specificatie
±3 slagen per minuut of 3%, afhankelijk van welke waarde het grootst is
LET OP: AAMI Test 4.1.4 deel f: de nauwkeurigheid wordt beïnvloed (de frequentie neemt
af) wanneer QRS- en pacerpieken bijna samenvallen, zoals tijdens deze AAMI-test soms
het geval is.
Hartfrequentie = 60  laatste gemiddelde interval in seconden.
Voor hogere hartfrequenties: laatste gemiddelde interval = 7/8 van vorige gemiddelde
interval + 1/8 van laatste interval.
Voor lagere hartfrequenties: laatste gemiddelde interval = 3/4 van vorige gemiddelde
interval + 1/4 van laatste interval.
Overgangsfrequenties voor formulekeuze zijn inclusief hysteresis en zijn 70 en 80 slagen
per minuut.
80 slagen per minuut aangegeven voor ECG-curve van 80 slagen per minuut plus drift
Pacerindicator wordt op scherm weergegeven als PACER-functie is ingeschakeld;
pacerpiek wordt altijd weergegeven als deze voldoende amplitude bezit.
Pacerdetectiebereik (verticale streepjes worden getoond) voor pulsen van 0,1 ms is ±3 mV
tot ±700 mV en neemt lineair af naar ±2 mV tot ±700 mV voor pulsen van 0,2 tot 2 ms.
Niet als hartslag geteld: ongeveer 95% van pacemakerpulsen in het pacerdetectiebereik,
met of zonder AAMI (EC13 1992) staartwaarde van 4, 25, 50, 75 of 100 ms
vervaltijdconstante, waarvan de staartamplituden 2,5% of 25% zijn, 2mV maximum, alleen
ventriculair, of sequentiële A-V-pulsen, alle in overeenstemming met AAMI tests 3.1.4.1 en
3.1.4.2.
Reactie op onregelmatig ritme (AAMI-specificatie EC13-1992, 3.1.2.1. deel e.)
118 tot 123 bpm (120 bpm verwacht)
88 tot 93 bpm (90 bpm verwacht)
197 tot 198 bpm (206 bpm verwacht)
193 tot 197 bpm (206 bpm verwacht)
Specificatie
0 tot 5 V puls, 100 ±5 ms breed, begint binnen 35 ms na piek van R-golf. 15 mA
kortsluitstroom.
Bereik = ±6 V minimum, gecentreerd plm. 0 V, versterking = 1.000X,
niet-inverterend voor lead II, inverterend voor alle andere leads, vertraging
<3 msec, 0,05-100 Hz, lopend naar -5,9 V ±5% tijdens ECG-leadstoring. V-lead
heeft geen real-time analoge uitgang.
markering in ECG-trace. ~ 5 k ingaande res.
Gemeenschappelijke aansluiting voor andere signalen
Welch Allyn Propaq CS-monitor voor vitale functies

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Propaq cs 244Propaq cs 246

Inhoudsopgave