Gebruiksaanwijzing
Specificaties capnografie (CO
Kenmerk
Schermweergave
Weergavebereiken numerieke
waarden
Curveschaal (maximum)
Eenheden
Curvesnelheid
Responsmodi
Gascompensatie
Alarmgrensbereiken
Resolutie
Nauwkeurigheid
Hoogtefout
Schermweergave
Bron ademhalingsfrequentie (AF) Wanneer CO
Eenheden
Bereik
Resolutie
Nauwkeurigheid
Alarmgrenzenbereik
Apnoeprint
Nauwkeurigheid apnoealarm
Instelling apnoevertraging
Drukcompensatie
Bedrijfsbereik
Schermweergave
Eenheden
Nauwkeurigheid
Specificatie
a.
Lager bij alarm.
b.
Gebaseerd op de volgende luchtwegtoestand: sensortemperatuur = 42
38 mmHg; standaardgasmengsel = CO
= 60 ml/min.
c.
Gebaseerd op de volgende bijkomende luchtwegtoestand: monsterleiding = 2,13 m, ID 1,4 mm; stroomsnelheid monster =
175 ml/min; Welch Allyn-vochtreservoir (nieuw/ongebruikt); Respiratoire frequentie
ademhalingen/min.; Tijdsverhouding ingeademd/uitgeademd = 1:2; Barometerdruk = 760 mmHg.
d.
Voor sidestream CO
)
2
Specificatie
CO
CO
-curve en ETCO
2
ETCO
0-99 mmHg, 0-13,2 kPa, 0-23,1%
2
a
INCO
8
-25 mmHg, 1,1
2
0-100 mmHg, 0-14 kPa, 0-14%
mmHg, kPa, %; door gebruiker te selecteren
3,13, 6,25, 12,5 mm/sec; door gebruiker te selecteren
Snel
monsterperiode 15 sec.
Normaal
monsterperiode 30 sec.
Langzaam
monsterperiode 45 sec.
UIT
O
> 50%, geen N
2
N
O > 50%
2
ETCO
0-99 mmHg, 0-13,2 kPa, 0-13,2%
2
INCO
2-25 mmHg, 0,2-5 kPa, % (geen ondergrens)
2
1 mmHg
b
Mainstream
c
Sidestream
± 0,4%/304,8 m
Scherm Ademhalingsfrequentie
Numeriek
actief is, vormt CO
2
basis van ECG de RF-bron.
Ademhalingen/minuut
Volw/Pediatrie 0 (apnoe), 2 tot 150 ademhalingen/min.
Neonataal
± 1 ademhalingen/min.
± 1 ademhaling/min. of ± 5%, welke van de twee het grootst is
Volw/Pediatrie 2 tot 150 ademhalingen/min.
Neonataal
Apnoealarmen en -prints
Wordt ingesteld op auto-print na apnoe-event en na apnoe die meer dan 1 minuut
voortduurt
± 2 sec.
Volw/pediatrie 6, 10, 15, 20, 25, 30 seconden
Neonataal
Barometerdruk
Automatisch
-610 tot 4 572 m 817 tot 429 mmHg
Numeriek ( CO
-statusvenster)
2
mmHg, kPa of %
± 3 mmHg of 2,5% van verschil met kalibratiedruk, welke van de twee het grootst is
CO
Volgens ISO 9918:1993 (E) / EN 864:1996
in balanslucht, volledig gehydrateerd bij 33
2
geldt dit alleen voor AF
50.
2
-scherm
2
en numerieke INCO
-waarden (bij alarm)
2
2
1
1
-5 kPa, 1.1
-5%
CO
-waarde = berekende CO
2
O
CO
-waarde = berekende CO
2
2
CO
-waarde = berekende CO
2
0-30 mmHg, ±3 mmHg
31-99 mmHg, ±10% van waarde
0-30 mmHg, ±3 mmHg
31-99 mmHg, ±10% van waarde
de AF-bron. In het andere geval vormt RESP op
2
0 (apnoe), 3 tot 150 ademhalingen/min.
3 tot 150 ademhalingen/min.
6, 10, 15, 20 seconden
-prestaties
2
°
C, temperatuur luchtwegadapter = 33
°
C; barometerdruk = 760 mmHg en stroomsnelheid
50 ademhalingen/min., stabiel tot
Naslag
101
-waarde;
2
-waarde x 1,03;
2
-waarde x 0,952
2
d
°
C, waterdampdruk =
±
3