Gebruiksaanwijzing
SMARTCUF
6. Als NIBP-metingen door artefacten als rillingen of hoesten worden gestoord, kunt u
het volgende doen:
Plaats het lichaamsdeel van de patiënt op afstand van het lichaam, zodat het
aangebrachte manchet niet in contact komt met het lichaam van de patiënt of met
een voorwerp, zoals de bedrand. Probeer het manchet op dezelfde hoogte als het hart
te houden.
Overtuig u ervan dat de Smartcuffilter AAN is. Zorg ervoor dat de ECG-leads juist zijn
aangesloten op de patiënt en voer ECG-monitoring uit tijdens NIBP. (ECG-monitoring
is vereist voor Smartcuf.)
7. Stel de alarmgrenzen in volgens de normen die gelden bij uw instelling.
Opmerking Wanneer het ZOEK-bericht in een NIBP-trendscherm of op een trendafdruk
Nadat u de modus TURBO hebt stopgezet of nadat de Turbo-cyclus
van vijf minuten is voltooid, keert de monitor terug naar de vorige
NIBP-modus (automatisch of handmatig).
Schakelt de Smartcuf bewegingsartefactfilter aan of uit.
NIBP-metingen kunnen nog steeds worden uitgevoerd wanneer
Smartcuf uit is. Artefact kan de nauwkeurigheid van NIBP-metingen
belemmeren als Smartcuf uit is.
verschijnt, geeft dit aan dat een NIBP-meting gedurende die periode niet
door de monitor is voltooid.
Monitoring
39