40
Monitoring
Temperatuurmonitoring
1. Breng de temperatuurprobe aan op de patiënt.
2. Sluit de kabel van de probe aan op een van de temperatuurconnectoren op het
zijpaneel van de monitor. Binnen enkele seconden wordt de temperatuur boven in het
venster weergegeven:
T
1
C
Als u een tweede temperatuurprobe aansluit, geeft de monitor afwisselend te
temperatuur voor T1, T2 en T weer.
3. Ga als volgt te werk om alarmgrenzen in te stellen: kies Hoofdmenu
a. INSTELL., ALARM, GRENZEN om in het venster Alarmgrenzen te komen.
b. Kies VOLGENDE PARAMETER tot de gewenste temperatuurparameter wordt
c. Gebruik VOLGENDE INSTELLING, OMHOOG, OMLAAG en AAN/UIT om de
4. Ga als volgt te werk om de temperatuureenheden te wijzigen (°C of °F)
a. Kies Hoofdmenu, INSTELL., MEER, MEER, SERVICE, JA (om in het servicemenu
b. Kies VOLGENDE en WIJZIGEN om de temperatuureenheden te wijzigen.
Bij het wijzigen van eenheden worden de temperatuurtrends niet gewist.
WAARSCHUWING Het aanbrengen en gebruiken van temperatuurprobes met
metalen mantels die tijdens galvanocaustiek in contact komen met geleidende
voorwerpen of klinisch personeel kan leiden tot brandwonden op de probe/
elektrode-contactpunten bij de patiënt. Raak de geleidende temperatuursensoren
niet aan tijdens defibrillatie of galvanocaustiek.
WAARSCHUWING Gebruik uitsluitend accessoires die door Welch Allyn zijn
goedgekeurd. Zie www.welchallyn.com. Het gebruik van andere accessoires kan
resulteren in onnauwkeurige patiëntgegevens, schade aan de apparatuur en het
vervallen van de productgarantie.
37,0
gemarkeerd.
alarmgrenzen in te stellen volgens de normen van uw instelling.
te komen), MEER, MEER, INSTELL.
Welch Allyn Propaq CS-monitor voor vitale functies