Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing
SpO
-monitoring
2
Elke SpO
bij de patiënt te worden aangebracht. Voor optimale prestaties dient u de juiste sensor te
gebruiken en deze aan te brengen zoals beschreven in de gebruiksaanwijzing van de
sensor.
Als er te veel omgevingslicht is, kunt u de sensorlocatie met ondoorzichtig materiaal
bedekken om deze af te sluiten voor het licht. Wanneer u de sensor niet bedekt, kunnen
WAARSCHUWING De meting van zuurstofverzadiging met behulp van
puls-oxymetrie is zeer afhankelijk van een juiste plaatsing van de sensor en van de
toestand van de patiënt. Rillingen en het inhaleren van rook door de patiënt
kunnen resulteren in foutieve zuurstofverzadigingsmetingen. Als u vermoedt dat
puls-oxymetriemetingen onbetrouwbaar zijn, kunt u de meting verifiëren met
behulp van een andere klinisch geaccepteerde meetmethode, zoals arteriële
bloedgasmeting op een co-oxymeter.
WAARSCHUWING Onjuist aanbrengen of gebruik van een sensor (de sensor te
strak verpakken, extra tape aanbrengen, de sensorlocatie niet regelmatig
controleren, de sensor te lang op één plaats laten) kan tot weefselbeschadiging
leiden. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van elke sensor voor specifieke
aanwijzingen voor het aanbrengen en het gebruik, en voor beschrijvingen,
waarschuwingen en specificaties.
WAARSCHUWING Sensors die aan omgevingslicht worden blootgesteld
wanneer ze niet bij een patiënt zijn aangebracht, kunnen semi-normale
verzadigingsmetingen geven. Zorg ervoor dat de sensor goed bij de patiënt is
aangebracht en controleer de sensor regelmatig om verzekerd te zijn van correcte
metingen.
WAARSCHUWING Voordat u een Propaq CS-monitor gebruikt voor een nieuwe
patiënt, dient u de monitor altijd enkele seconden uit te schakelen. Vervolgens
schakelt u het apparaat weer in. Hierdoor worden de opblaasinstellingen van het
NIBP-manchet, de trendwaarden en alarmgrensinstellingen van de vorige patiënt
gewist.
WAARSCHUWING Het puls-oxymetriekanaal mag NIET worden gebruikt als
apneamonitor.
WAARSCHUWING Onjuiste metingen kunnen worden veroorzaakt door
veneuze pulsatie.
WAARSCHUWING De puls-oxymetrieoptie kan tijdens defibrillatie worden
gebruikt, maar de metingen kunnen gedurende korte tijd onjuist zijn.
WAARSCHUWING Een zeer plotselinge en substantiële wijziging van de
polsfrequentie kan tot onjuiste meetwaarden voor de polsfrequentie leiden.
Valideer de gegevens en de conditie van de patiënt voordat wordt ingegrepen of
de behandeling van de patiënt wordt gewijzigd.
WAARSCHUWING Storende substanties: Carboxyhemoglobine kan foutieve,
verhoogde metingen veroorzaken. De verhoging is ongeveer gelijk aan de
aanwezige hoeveelheid carboxyhemoglobine. Methemoglobine kan ook foutieve
metingen veroorzaken. Kleurstoffen, of andere substanties die kleurstoffen
bevatten, die de normale arteriële pigmentatie wijzigen, kunnen foutieve
metingen veroorzaken.
-sensor is ontworpen om op een specifieke plaats en binnen een bepaald bereik
2
Monitoring
41

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Propaq cs 244Propaq cs 246

Inhoudsopgave