Gebruiksaanwijzing
RESP-LEAD
RESP MONITORING RESP in- of uitschakelen.
15. Stel alarmen in volgens de normen die gelden bij uw instelling.
ECG-filter gebruiken om een betere curve weer te geven
Als de ECG-curve onduidelijk of vertekend is, dient u te controleren of de ECG-filter van
de monitor juist is ingesteld voor het verminderen van interferentie door de
wisselstroomfrequentie van het gebouw. Ga als volgt te werk om de filter te controleren:
1. Kies INSTELL., MEER, MEER, SERVICE, JA om in het servicemenu te komen.
2. Kies MEER, MEER, INSTELL. om het instellingenmenu weer te geven.
3. Als de instellingen van FILTER niet overeenkomen met uw netstroomfrequentie
(60 of 50 Hz), kiest u VOLGENDE om FILTER te markeren en kiest u vervolgens
WIJZIGEN om de instellingen te wijzigen.
Raadpleeg een gekwalificeerde servicemedewerker als u vragen hebt.
RESP-lead selecteren: Ld1 (RA-LA) of Ld2 (RA-LL). De selectie
van de RESP-lead is niet afhankelijk van de selectie van de
ECG-lead.
Kies de RESP-lead die het beste signaal geeft. Als geen
van beide signalen volstaat, kunt u experimenteren met
niet-standaard plaatsingen van elektroden, zoals het
plaatsen van RA- en LA-elektroden op de
respectievelijke mid-axillaire lijnen net boven de tepels.
Monitoring
29