● Handzender of elektronische
sleutel: rechtstreeks door e twee
keer binnen vijf seconden in te
drukken.
● Elektronisch sleutelsysteem met
ingeschakelde passieve vergren‐
deling: werkt kort na passieve
vergrendeling.
Let op
Bij wijzigingen in het interieur, zoals
het gebruik van stoelhoezen en bij
open ruiten, werkt de bewaking van
het interieur wellicht minder goed.
Inschakelen zonder interieur- en
hellingshoekbewaking
Schakel de bewaking van het interi‐
eur en de hellingshoek van de auto uit
als u dieren in de auto achterlaat,
vanwege de schelle ultrasone signa‐
len of bewegingen die het alarm acti‐
veren. Schakel ze ook uit wanneer de
auto op een veerboot of een trein
staat.
1. Sluit de achterklep, motorkap,
ruiten.
2. Druk op o. Het ledje in de knop
o brandt maximaal
tien minuten.
Sleutels, portieren en ruiten
3. Portieren sluiten.
4. Diefstalalarmsysteem inschake‐
len.
Het statusbericht verschijnt op het
Driver Information Center.
Melding
Het ledje in de knop voor centrale
vergrendeling knippert, als het dief‐
stalalarmsysteem geactiveerd is.
Bij storingen Roep de hulp in van een
werkplaats.
Uitschakelen
Handzender: Bij het ontgrendelen
van de auto door indrukken van c
wordt het diefstalalarmsysteem
gedeactiveerd.
33